88
Wat de Hertog van Wellington moge gedacht hebben
van het gedrag en de plannen van Rusland, nooit ver-
eenigde hij zich met die Mogendheid om oorlog te voeren
tegen de Porte, en evenmin gaf hij aan deze eenige
hulp of belofte van hulp tegen Rusland. Maar de
Britsche en Fransche gezanten werden uit Konstantinopel
teruggeroepen, en wij bleven bij den Sulthan aandrin
gen op erkenning van Griekenland's onafhanklijkheid.
Deze onzijdigheid en werkeloosheid van Wellington
waren gegrond op gezonde militaire redenen, en mogen
wel als toonbeeld dienen voor de Britsche regeering om
in dezen tijd te worden nagevolgd.* De overeenstem
ming is volkomen. Wij verlangen groote hervormingen
in Turkije tot stand te zien gebracht, gelijk wij in 1828
de onafhanklijkheid van Griekenland verlangden. Maar
wij gaan geen oorlog voerennoch voor, noch tegen de Tur
ken, en zoo eenige andere mogendheid tot den krjjg overgaat,
behooren wij, gelijk Wellington, een waakzaam oog te
houden op den loop der gebeurtenissen. De Hertog zag
vooruitdat de operatieswaarin Rusland zich ging
wikkelen, buitengewoon kostbaar en moeilijk waren. Hij
verklaarde, dat hun aanval op Sjoemla een misslag was,
en zijn voorstellingen werden bewaarheid door het mis
lukken van den eersten veldtocht en de schrale uitkomst
van den tweeden. Om de woorden van Yon Moltke, die
daar toen was, te bezigen: »de inspanningen van twee
veldtochteneen uitgaaf van honderd millioen roebels, en
de opoffering van veel meer dan vijftig duizend man
hadden twintig duizend Russen voor de poorten van
Adrianopel gebracht," en men kan er bijvoegen, dat de
vrede meer gesloten werd door de diplomatische stout
heid van generaal Diebitsch dan door zijn militaire macht.
Niemand was blij der aan een allergevaarlijkste stelling
te ontkomen dan de Russische bevelhebber.