89 (Zoo ik mij niet bedrieg, wordt hetzelfde gezegd door Moltke. Hij deeltgeloof ik, mededat de Russen hun behoud te danken hadden aan Duitsche tusschen- komst. R.) Als een Rijk de macht verloren heeft, zijn eigen grond gebied te verdedigen tegen een sterken nabuurdie bedacht is op veroveringen slechts bestaat door vreemde hulp, is het duidelijk, dat zijn aanzijn het einde nadert. Maar het is geenszins bewezen, dat die het geval is met het Ottomanische Rijk. Behalve in 1853 heeft Turkije nooit eenige buitenlandsche hulp van Europa gehad in zijn oorlogen met Oostenrijk en Rusland, en wij zijn in 't geheel niet overtuigddat het onbekwaam is, een geduchten weerstand te bieden aan elke op zich zelve staande mogendheid in dit tijdstip. Ontegenzeggelijk was het zwakste en gevaarlijkste oogenblik in de geheele geschiedenis van Turkije in 1828, toen Rusland goed vond het aan te vallen. De Porte was zes jaren lang in een bloedige worsteling ge wikkeld geweest om den Griekschen opstand te onder drukken, wat zij te zwak was om te volbrengen. In 1826 besloot Sulthan Makmoed, bedacht op groote burgerlij ke en militaire hervormingen, die hardnekkig bestreden werden door velen onder de bevelhebbers zijner eigene troe pen, tot de ontbinding en uitroeiing van de Janitsaren, dit ten minste veertigduizend man sterk warende bloem van het oude Turksche leger. Het getal manschappendie onder het nieuwe stel sel waren afgericht ging het cijfer van tachtig dui zend niet te bovenen dezegesteund door honderd duizend R.) Aziatische ruiters, maakten de geheele Turksche strijdmacht uit. De vijandige gezindheid jegens den Sulthan, opgewekt door zijne niets sparende hervor mingen was zoo hevigdat geen Bosnisch oppperhoofd

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 95