3
vervoer van vivres en materieelechter niet in al te groote
hoeveelheden, waardoor de ruimte aan boord voor de
troepen geringer zou kunnen worden en dit voor de ge-
zoudheid schadelijk zijn. Yoor groote hoeveelheden liure
uien, zoo als nu nog geschiedt, als ook voor het steen
kolen- en munitie-vervoer, afzonderlijke, partikuliere sche
pen.
Bovenstaande opgave gelieve men slechts aan te merken
als een schema, waarop de noodige veranderingen en com
binatiën te maken zijn. Het transportschip voor dwang
arbeiders zou natuurlijk ook kunnen worden gebezigd b. v.
voor het vervoer van een bataillon infanterie, en bij ont
stentenis van vesting-artillerie, zou de daarvoor bestemde
plaats ook door infanterie kunnen worden bezet. De
verhouding van berg- (of ook veld-) artillerie tot infan
terie is nog al groot genomen, omdat men hier niet met
Europeesclie oorlogen, maar met Indische toestanden te
rade moet gaan. Bij de Indische expeditiën wordt, in
den regel, veel artillerie gebruikt. Het ook naar verhou
ding medenemen van veel kavallerie doelt op expeditiën
naar Celebes en wellicht ook elders. De kavallerie ge
heel buiten beschouwing te laten of het nut van dit wa
pen in Indië te ontkennen, zou m. i. wat al te gewaagd
zijn. Op eene behoorlijke behandeling van dwangarbei
ders heb ik gerekend. Hunne verpleging aan boord van
de transportschepen heeft ook tot eene strenge kritiek
aanleiding gegeven. Men denke wederom aan de tweede
Atjehsche expeditie, maar vooral aan de, na het einde
van dien veldtocht, van Atjeh en Poeloe Bras geëvacueerde
dwangarbeiders. Ook in deze aangelegenheid danken wij
het aan de bemoeizucht van onbevoegden vooral, dat
daarin althans eenige verbetering is gekomen.
De kwestie der geëvacueerden leidt mij van zelf tot de