277
overwinningen der eersten gekoesterd. Een dagblad
correspondent schrijft uit die hoofdstad, onder dagtéeke-
ning van den 14™ Juli:
Men verwondert zich over de werkeloosheid van Ab-
doel-Kerim. Waarom rukt hij niet op? Zal hij dan de
Russen bij Roestsjoek laten komen en tot den Balkan
laten voortdringen, zonder zelf een teeken van leven te
geven? Het is wel mooglijk; dit schijnt inderdaad zijn
voornemen te zijn.
He Russen verlangen een grooten beslissenden veldslag.
Hij zal zich wel wachten hun dien aan te bieden. Zoo
hij er in slaagt dien te ontwijken, is zijn overwinning om
zoo te zeggen zeker.
Ziehier, wat zijn gedrag kan rechtvaardigen. Mahmoed
II ontving in 1828 van een „buitenlandsch strategist" een
door Wellington vermelde memorie omtrent de verdediging
van Turkije tegen een Russischen inval. Daarin wordt
hoofdzaaklijk gezegd, dat de gelukkige uitslag van die
verdediging in de eerste plaats afhangt van de maatregelen,
die genomen zullen zijn om Sjoemla en Widdin in staat
van zekerheid te stellen, door deze twee vestingen van een
talrijke troepenmacht te voorzien.
„Deze twee stellingen, aldus gewapend," zegt de me
morie, „zullen den aanrander tegenhouden, als hij in
Roemelië wil dringen. Het is onnoodig veldslagen te
winnen; maar het is noodzaaklijk, rusteloos de gemeen-
schapslijnen van den vijand te bedreigen. Al de niet in
gesloten vestingen moeten tot deze strategie medewerken.
Het is niet noodig, den vijand in het front aan te vallen
en het gevaar van een nederlaag te loopen. Vóór al het
andere moet men er zich op toeleggen, zijn gemeenschap
met de rivier af te snijden. Zoo Widdin of Roestsjoek deze
uitkomst bereikt, is de zaak gewonnen.
Men hebbe te Sjoemla 50.000 man, waarvan drie vier-