294 noeg had om op één punt voor 3000 man troepen ka zernes en de daarbij behoorende accessoires te bouwen, „in zoo weinig tjjd als er beschikbaar was". „zonder de bevolking buitengemeen te drukken en de uitgaven aanzienlijk te verhoogen". Zooals de generaal De Koek die troepenmacht onder dak wilde brengen, zou men „eene belangrijke besparing van uitgaven verkrijgen en den land bouw nergens belemmeren". Wel zeker, in den tijd van den rotantoen Jcaseh-an voor den Inlander onbekend was en wat w>el geld kostte, in heerendimst werd verricht Onteigening van gronden voor militaire werkenonder den gouverneurs generaal De Eerens en Merkus. Het mi litair departement zond, bij missive van 30 November 1839, N° 5, eene opgave aan de regeering van de, ten behoeve der belangrijke vesting Willem I, sedert 15 Sep tember 1838, afgestane perceelen sawah's; met voorstel om daarvoor in alles f 452 en één en zeventig en een halve cent als schadeloosstelling aan de bevolking toe te staan; onder opmerking: „dat, alhoewel het gouvernement op Java kan beschikken over den. benoodigden grond tot liet aanleggen van publieke werkende billijkheid echter medebrengtdat 'in dit geval schadeloosstelling worde verleend'"Dienovereenkomstig werd bij gouverne- ments besluit van 3 Januari 1840 N° 5, machtiging ver leend tot de uitbetaling der som van f 452,715 aan de bevolking der dessa's. De uitgestrektheid der onteigende sawah's kunnen we niet mededeelen. Bij gouvernéments besluit van 25 November 1841, N° 3, werd de opbouw geautoriseerd van een kampement te Gombong. Blijkens het gouvernements besluit van 1 Maart 1842, N° 10, werden daarvoor onteigend: de dessa Djen- kok en een gedeelte der dessa Semanding, waarvoor te

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 300