gecasseerd worden, ook al om verder verloop van het krijgsvolk te
verhinderen (1).
Doch behalve het vérloop dreigden nog andere gevaren. In het laatst
van 1586 deden de ruiters en knechten van het secours uit het Sticht
van Utrecht een formeele invasie, ten einde op deze wijze aan betaling
der achterstallige soldijen te komen (2).
Thomas Chaston ontving commissie als landdrost of veld-provoost om
met behulp van 25 harquebusiers te paard en 27 te voet de vagebonden
en weggeloopen soldaten te vangen (3). Nog andere maatregelen werden
genomenmaar enkel op papier (4).
Dergelijke strooptochten behoorden tot de kwalen des tijds en kwamen
bij den vijand eveneens voor. Bedenkelijker was de overgang tot den
vijand.
Op den 16den Maart 1587 leverde de Fransche kapitein Maechant het
kasteel Wouw nabij Bergen-op-Zoom over aan den hertog van Paema.
Nog veel erger leverde de Iersche kolonel William Stanley op 29 Januari
de stad Deventer, de befaamde Roeland Yoeke de schans tegenover
Zutphen aan den vijand over. Het verradersloon was vooruit bedongen;
maar aan de ingezetenen had niemand gedacht. De inwoners van De
venter moesten maar zien, hoe 't met Paema klaar te spelen. Ook een
vendel Engelschen uit Zwolle en een gedeelte van de vaan van Robebt
Sidney (van het secours) uit Arnhem volgden het voorbeeld en liepen
tot den vijand over (5).
Als tegenmaatregel werden in verscheidene steden van Holland com
pagnieën waardgelders in dienst gesteld (6).
In het najaar van 1586 kwamen de wervingen tot uitvoerwaartoe
overeenkomsten gesloten waren met graaf Adole van Nieuwenaae en
Meues en den overste Schenck.
Laatstgenoemde had aangeboden 3350 soldaten en 700 ruiters te werven
tot bezetting en bewaring van Rijnberk, Gelder, Wachtendonk, Crakou,
Blijenbeek en 's-Gravenweert. Op 7 December 1586 werd dienaangaande
een overeenkomst met den Raad van State gesloten, met bepaling dat
de overste alle 32 dagen zou ontvangen 20000; het overige moest
89
(1) Res. S. G. 8 December 4586.
(2) Res. S. G. 20 December 1586 zie Aanteekening N°. 100.
(3) Comm. R. v. St. 24 December 1586. T. Chaston bad te voren commissie ontvangen als
»capitaine et chief d'escouette et du guet" (Comm. R. v. St. 8 Mei 1586).
(4) 10 Januari 1587: »Placaet ende ordonnantie op de Monsteringe, d'ordre militaire, ende
>tegens de overlasten bij liet krijghs-volck dagelijcks geschiedende** (G. P. B. 2de deel, Blz. 210).
6 Maert 1587: aPlacaet, aengaende d'ordre gestslt op de passagien en deurtochten van den
»Ruyteren ende Knechten binnen den Lande van Holland ende West-Vrieslactende tegens alle
^inlegeringen ende overlast van den selven binnen de voorsz. Lande" (G. P. B. 2de deel, Blz. 146).
(5) Zie Aanteekening N°. 101.
(6) Res. H. 13 Februari 1587.