93 een groot deel der ruiters was „als schelmen van de vane gereden", de rest werd gecasseerd (1). Sluis, alwaar jhr. Abent van Groenevelt het bevel voerde, werd sinds den 12en Juni belegerd en ging op 5 Augustus aan den vijand over (2). Na de verrassing van Bonn, behoorende tot het gebied van den aarts bisschop van Keulen, op 22 December 1587 door den overste Schenck, vond men goed aldaar 2 compagnieën ruiters onder de ritmeesters Coppen Jarges en Philippe de l'Espine, 3 compagnieën van het regiment van jlir. Abent van Gboenevelt en de compagnieën van overste Schenck en van Hans van Loo in bezetting te leggen (3). Deze troepen werden geacht in dienst te zijn getreden van den verdreven keurvorst-aarts- bisschop Gebhabd Tkuchsesz (4). Otto Gans, vrijheer van Potlitz werd gouverneur van Bonnmaar langen tijd zou dit niet duren. Reeds in Maart werd Bonn belegerd door den Peins van Chimay aan wien het zich op 19 September 1588 moest overgeven (5). Middelerwijl had de staatkundige tweedracht tusschen de Staten-Gene- raal en Leicestee haar toppunt bereikt. Yan Engelsche zijde werd be weerd dat aan den landvoogd een volkomen gezag ook over de Staten was opgedragen. Deze kenden hem geen grooter gezag toe, dan aan de landvoogdes ten tijde van Kabel Y. De argwaan jegens Leicestee ver meerderde, toen hij de Staten wilde betrekken in een vredehandel tusschen Filips II en Elisabeth van Engeland. De vreesdat Engeland bedoelde om de Nederlandsche gewesten met Spanje te deelenverzwakte de gunst waarin hij bij het volk stond. Thans zocht hij zijn wankelend gezag door geweld te herstellen. Zijn toeleg om Oldenbaenevelt ook prins Mau- kits, op te lichten en naar Engeland te zenden werd verijdeld. Evenzeer mislukte zijn toeleg] om eenige stedeno. a. Amsterdamin zijn macht te krijgen. Enkhuizen en Friesland weigerden hem te ontvangen. Een samenzwering te Leiden werd ontdekt en een aanslag op Gouda faalde. Mismoedigd en voor zijn veiligheid beduchtvertrok de graaf van Lei cestee naar Engeland in December 1587, thans voor goed. Gedurende zijne afwezigheid zou het secours worden gecommandeerd door Pebegkin Barty, lord Willoughby of Ekesbyridder, gouver neur van Bergen-op-Zoomenz.als kolonel-generaal van de Engelsche infanterie dienende in de Vereenigde Nederlanden, benevens als (1) Res. S. G. 8 Februari 1588. Het bij de commissie bepaalde aantal van 300 ruiters was nimmer bereikt. (2) Zie Aanteekening N°. 105. (3) Res. S. G. 30 December 1587. (4) Res. S. G. 1 Janunri 1588. (5) Een poging tot ontzet van Bonn werd opgedragen aan den paltsgraaf Johan Casimir aan wien later de betaling ad 2500 voor de onkosten beloofd werd (Res. S. G. 10 Augustus 1588).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1911 | | pagina 107