101 De dragonders ontstonden in Duitschland. De eerste compagnieën dra gonders waren samengesteld half uit pielceniers, half uit musketiers, de laatsten met brandende lontendus infanteristenwier taak 't was de cavalerie te kunnen bijhoudendie als regel te voetslechts bij hooge uitzondering te paard streden. Te onzent werden eerst in het jaar 1606 dragonder-compagnieën geformeerd. Nadat de gewesten Holland en Zeeland zich onafhankelijk hadden ge maakt van het gezag van koning Filips II, hielden zij in den beginne alleen voetvolk in dienst. De eerste ruiters traden op in 1573 bij de pogingen tot ontzet van Haarlem, waarbij als ritmeesters genoemd worden jhr. Caspar van der Noot, heer van Carlo,Enchuysen, Michiel Caülier en Erfort De heer van Carlo sneuvelde bij het Manpad (8 Juli 1573); zijn op volger werd jhr. Willem van Dorp (2). Deze en Michiel Caulier waren voorloopig de eenige ritmeesters in dienst der staten van Holland. De vaan van jhr. Willem van Dorp werd in 1574 in twee deelen gesplitst en gevestigd „in het Zuydtlandt ende tot Geervliet, op haer „eijgen kosten"', met de bedoeling om haar te casseeren „mits de pen dingen tot betalinge van deselve bij die van Geervliet, den Lande van „Putten en Voorne op te brengen". De ritmeester zou zijn traktement van 60 ter maand blijven behouden, zoomede de luitenant van 40 en wel „in aensieninge van de goede diensten bij hen gedaen, ende die „men noch van hun verwachtende is" (3). Jhr. van Dorp werd 25 Maart 1575 gecommitteerd als baljuw en dijkgraaf van Delfland, later werd hij kolonel van een regiment te voet. Alleen Michiel Caulier bleef dus over als ritmeester in dienst van Holland (4). Hij zag zijn vaan, eerst 108 hoofden sterk, in 1574 gere duceerd tot 60 (5). VAN DEN EiJNDE (1). (1) Bovendien komen elders voor als ritmeester: jhr. Hendrik van Assensteijn (Navorscher XLVII), waarschijnlijk dezelfde als ritmeester Afsteijn, (Res. H. 28 September 1574: Affen- steijn te lezen voor Assensteijn), en Hendrik Schenck (Res. H. 27 November 1574), wier vanen waren afgedankt of opgeheven. De ritmeester Erfort van den Eijnde en zijne vaan werd ingevolge Res. H. 27 en 28 Sep tember 1574 afgedankt. (2) (Navorscher XLVII) jhr. Caspar van der Noot ontving 22 Mei 1573 commissie van den Prins van Oranje rit meesterschap over de peerden doen lichten tot 200 of 300 toe", Jhr. Willem van Dorp kreeg commissie als ritmeester over 100 >schutzepeerden". (3) Zie AanteekeniDg No. 109. (4) In de meeste resolutiën enz. wordt Michiel Caulier alleen genoemd bij zijn voornaam^ Hij was tevens kapitein van een vendel voetknechten en overste over 6 compagnieën Walen. (5) Res. H. 1 Mei en 6 Juni 1574. Bij die van 15 Mei 1575 consenteerden de Staten in het aanhouden van 60 vendelen knechten en 1 vaan ruiters. De laatste kostte 2000 ter maand.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1911 | | pagina 115