103 behoorden. Na hetgeen dienaangaande reeds in Hoofdstuk I vermeld is kan hier ter plaatse worden volstaan met eene opsomming van de meest bekende, niet in bedoeld overzicht vermelde vanen (1). 26 Mei 15S1 (2) De Staten van Holland geven toestemming tot betaling van het aanritsgeld voor 200 ruiters onder den ritmeester Hendrik van Eck. Deze sneuvelde 30 September 1581 bij Nordhorn, waarna de vaan overging aan graaf Willem Lodewijk van Nassau (3). 16 Juni 1581 (4) Voorstel van de Staten van Holland om de kapi teins Willems en Derville te voorzien, elk met eene compagnie „lichte" paarden. In de resolution van den Landraad aan de Oostzijde van de Maze wordt Willems (ook „Wilms") meestal genoemd onder de troepen van kolonel Norris. Zijn juiste naam is waarschijnlijk Williams wel licht Roger Williams: een echte „soldat de fortune", die zijne diensten aan den. meestbiedenden, vriend of vijand, aanbood (5). De kapitein Derville ontving commissie voor eene compagnie van 100 paarden (6). 25 en 26 Augustus 1581 (7) De compagnie ruiters van Wierich van Bijstraten wordt verplaatst van Geertruidenberg naar Heusden. 11 September 15S1 (8) Nicolaas de la Groix ontvangt commissie voor eene compagnie van 60 lansiers, tegen 20 per paard en per man. 22 November 1581 (9) Kolonel Thomas Morgan heeft commissie van den Prins van Oranje voor 30 paarden (10). 12 Maart 1582 (11) --- Arent van Prentz ontvangt commissie als ritmeester over 200 goede, wel uitgeruste en ervaren ruiters, half harquebusiers met lange roers, half pistoliers (12). (1) Zooals nader zal blijken, ontbreken bij enkele vanen de data, waarop de eerste commissie verleend werd. (2) Res. H. 26 Mei 1582. In de Res. S. G. van 2 Juli 15S1 worden o.a. genoemd de ritmeesters van den Necke en Aldembourch; met eerstbedoelde wordt blijkbaar Hendrik van Eck bedoeld. (3) Res. Landr. O.Z. van de Maze van 9 October 1581. Het blijkt niet tot wanneer deze vaan in dienst bleef. (4) Res. H. 16 Juni 1581. (5) Volgens Res. Landr. O. Z. van de Maze van 11 September 1581 had kapitein Willems eene compagnie van 100 lansiers; ingevolge Res. van 13 October 1581 werd de vaan in dienst aange houden tegen 20 ter maand per paard. (6) Res. S. G. 16 Juni 1581. (7) Res. H. 25 en 26 Augustus 1581. (8) Res. S. G. 11 September 1581. (9) Res. Landr. O.Z. van de Maze. (10) Bij Res. S. G. van 2 Juni 1584 ontving de kolonel commissie als ritmeester van 100 lan siers, op een traktement van 300 ter maand. (11) Res. Landr. O.Z. van de Maze. De ritmeester Frentz was waarschijnlijk opvolger van ritmeester Daniel van Goorle (Res. H. 17 Maart 1582). (12) Wegens wanbetaling veroorzaakte deze vaan zeer veel ongeregeldheden (Res. H. 8 November 1582). Eindelijk rukten de ruiters de vaan (standaard) van de stang (Res. Landr. 26 Februari 1583), het gewone teeken bij het muiten. Toch verklaarde de Landr. bij Res. van 9 Mei 1583, dat mon het er voor zou houden als nofl de vaene noch vlooch".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1911 | | pagina 117