104 14 Maart 1582 (1) Bakthold de Wind ontvangt commissie als rit meester over 50 ruiters (2). 9 Mei 1582 (3) Berend de Keruell gezegd Seysincic, ontvangt commissie als ritmeester over 30 lansiers en 20 karabiniers (4). 13 Mei 1582 (1) Aleonso de Chastelet ontvangt commissie als ritmeester over 100 lansiers en 50 karabiniers (Walen). Na zijn overlijden ging deze vaan d.d. 25 September 1582 over op graaf Herman van den Berg (5). Hij en zijn vader graaf Willem namen in 1584 dienst voor Spanje. Zijn vaan kwam op 19 September 1584 aan G-eorge de Lalaing, heer van La Mouillerie (6). Na diens aftreden kwam de vaan op 19 Maart 1585 aan kapitein Wijaert (7). 22 Juni 1582 (1) Simon van Limburc ontvangt commissie als rit meester over eene compagnie van 100 ruiters (8). 4 Juli 1582 (IJ Salomon van Yalkenborch wordt ritmeester van een vaan van 50 ruiters. Op 22 December 1582 wordt de commissie uitgebreid tot 30 lansiers en 30 harquebusiers. Na zijn dood ging de vaan 24 October 1583 (1) over op Egbert Ingenhoff. 4 Augustus 1582 (1) Johan lSuharte de Fonseoa wordt benoemd tot ritmeester over 30 lansiers en 30 karabiniers en op 19 December 1583 gemachtigd om zijn vaan te brengen op 70 lansiers en 30 kuras siers (1). 25 September 1582 (1) Graaf Frederik van den Berg ontvangt commissie als ritmeester over de vaan ruiters van wijlen Willem Golen; toen hij gouverneur werd van Yenlo kwam de vaan aan zijn broeder (1) Comm. Landr. O. Z. van de Maze. (2) Bij Res. Landr. van 8 Februari 1583 versterkt tot 60 ruiters, bij die van 17 Juli 1584 tot 40 lansiers en 60 karabiniers. (3) Comm. Landr. O. Z. van de Maze. (4) Bij Res. Landr. van 16 December 1583 versterkt tot 40 lansiers en 40 karabiniers. Inge volge Res. van 4 Juli 1582 werd stot stoffe van de trompetvanen" eene vergoeding verleend van 12. De ritmeester weigerde om met zijne compagnie naar Vlaanderen te trekken, omdat hij niet verkoos te zamen met de Engelschen te dienen (Res. Landr. 12 Februari 1583). Een ander maal weigerden zijn ruiters onder hem te blijven dienen en maakten hem uit vooz een leugenaar, wijl hij niet zorgde (lees: kon zorgen) voor hunne betaling (Res. Landr. 21 September 1583). (5) Comm. Landr. O. Z. van de Maze. Wegens wanbetaling gaf graaf Herman zijne commissie aan den landraad terug (Res. Landraad 22 Februari 1583); deze zaak werd in der minne geschikt (Res. Landraad 17 April 1584). (6) Res. S. G. 19 September 1584. De heer van r.A Mouillerie was opper-hofmeester geweest van Aartshertog Matthias van Oostenrijk. (7) Res. R. v. St. 19 Maart 1585. (8) De commissie was van Friesland (Res, S. G. 26 October 1589).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1911 | | pagina 118