it. Werner van den Houte, gezegd du 109 papier door het Engelsche secours. De sterkte van de daartoe be- hoorende cavalerie zou 1000 paarden bedragen. Deze werd door den graaf van Leicester onder de bevelen gesteld van sii Philip Sidney, kolonel van het Zeeuwsche regiment en gou verneur van Ylissingenna diens overlijden, op 27 October 1586, onder Robert Devereux viscount Heresfordearl of Essex. Omtrent de eerste revue of monstering, gehouden over de cavalerie van het secours, vermeldt de Res. S. G. van 20 Januari 1586, dat de gecommitteerden van de Staten geteld hadden 590 hoofden, „daeronder „ongewapent 138 ende geringe peerden ontrent 20". 't Mooiste was, dat deze mannen, die door Engeland betaald moesten worden, geen geld ontvingen en dit nu trachtten op Holland te ver halen, door uit het Sticht van Utrecht een geweldadigen inval in Hol land te doen (1). De Raad van State drong er sterk op aan, dat de ruiterij van het secours op de overeengekomen sterkte zou worden gebrachten daar onder zou worden opgenomen de vaan ruiters van lord Willoughby die ten laste van den lande was (2). Behalve de cavalerie van het Engelsche secours telde de Staatsche op het einde van het Leicestersche tijdperk de onderstaande vanen vol gens de staten van oorlog (3) II Prins Maurits 900 svno 197 - 98 (5) iu Guillaume de Preitgezegd Bar- chon, heer van Noumancy 100 3000 94 (6) Boys, heer van Est 100 3000 77 (7) it. Paul Bacx I Graaf George Everard van Solms II Graaf Ernst van Solms 100 3000 100 I en II Philippe de l'Espine it. Godard van Balen 200 5702 100 3000 100 3000 100 3000 100 3000 100 3000 100 2500 150 3600 88 (8) (9) (9) 100 (10) 150 (11) Komen voor in de staten Sterkte van oorlog. c b« iaatste TT Bestelling. Bezoldiging, monstering. (1) Zie Aanteekening N°. 400 en bladz. 89. (2) Res. S. G. 30 December 1586. (3) I Staat van oorlog van 28 November 1586. Totaal 25 vanen, zonder opgave van sterkte 11= Staat van oorlog van 31 December 1587. Totaal 19 vanen. Volgens dezen staat zijn de laatste rubrieken van den tekst ingevuld: Bestelling (sterkte volgens de commissie), Bezoldiging (voor de sterkte van de commissie per 48 dagen) en de Sterkte (bij de laatste monstering). (4-11 en 12-30 van bladz. 110 zijn vereenigd in Aanteekening N*. 112).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1911 | | pagina 123