114
's lands financiën om de sterkte zoo hoog mogelijk op te voerenhetgeen
echter de deur opende voor allerlei verkeerdheden.
In den regel onderhield de provincie Friesland althans op papier
de sterkste compagnieën.
De betaling werd geregeld naar het aantal aanwezigen bij de monste
ring. Niettegenstaande bedreiging met zware straffen en cassatie werden
daarbij afwezigen of ontbrekenden dikwerf aangevuld door „passevolan-
ten", die tijdelijk tegen eene kleine vergoeding de rol van soldaat
speelden.
„Mortepayen"voor wie men betaalde alsof zij tot de sterkte behoorden
maar die in werkelijkheid niet bestonden, werden in het Statenleger niet
geduld of slechts bij groote uitzondering toegestaan. Het was een euvel
vooral in zwang bij het Engelsche legereen der redenen waarom ge
durende het bewind van den graaf van Leicester de werkelijke sterkte
van vele compagnieën Engelschen aanzienlijk beneden de organieke
sterkte bleef.
In de jaren 1579 en 1587 was eene compagnie voetvolk ingedeeld en
werd zij betaald als volgt (1):
(1) De indeelirig van 1579 is vermeld op een der staten vah ooriog van genoemd jaar. bie vatl
1587 zijn te vinden in G. P. R. II 250, dd. 28 September gearresteerd door den graaf van
Leicester voor de compagnieën Engelschenten laste van de geünieerde gewesten.
Het zijn de eenige lijsten van dien aard, betrekking hebbende op het thans behandelde tijdperk.