129 Thomas, vrijheer van Krychingen, baron van North (1), en GeorgiI Fremin (2). Al deze officieren en hunne regimenten komen voor in Hoofdstuk I. Van sommige dezer korpsen, zoomede van de garde van den Prins van Oranje zijn aanteekeningen verzameld in Bijlage IY, als A. Garde van Prins Willem van Oranje. B. Het Noord-Hollandsche regiment. C. Het Zeeuwsche regiment. D. Het Utrechtsche regiment. E. Het Geldersche regiment. F. Het Friesche regiment, ff. Regimenten Engelschen. H. Regimenten Schotten. Uitdrukkelijk zij hierbij opgemerkt, dat deze regimenten in 1588 moeten worden aangemerkt als kolonelschappen. 9 (1) Zie Aanteekening N". 132. (2) Ingevolge Comm. R. v. St. 6 en 8 Juli 1586 werden de Fransclie compagnieën geformeerd tot een regiment onder kolonel George Fremin; de compagnie-colonnelle van 200, de 6 overige van 150 hoofden. Het regiment werd 24 Juli 1586 uitgebreid tot 1 compagnie van 200 en 9 compagnieën van 150 hoofden. Blijkens Res. S. G. 8 Juni 1588 verzochten prinsMaurits en lord WlLLOUGHBY voor kolonel Fremin een beter traktement of een eerlijk afscheid. Het laatste werd verleend. (Res. S. G. 10 Juni 1588j. Volgens Res. S. G. van 14 Juni 1589 verzocht hij uit het land te mogen vertrekken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1911 | | pagina 143