140
Ingevolge Res. S. G. van 17 Februari 1597 werd de kapitein Adam
van Weebdenbubg (bij die van 30 Juni 1597 andere edellieden van het
geschut), die als edelman van het geschut een traktement te velde ge
noot van 60 per maand, „geappointeerd" met 30.
In gewone tijden deden zij geen dienst, maar bij oproeping moesten
zij zich bij hunne compagnieën of wel bij aangewezen krijgsoversten
aanmeldenzooals o. a. is aangegeven in de Res. S. Gr. van 20 Mei
1591ten opzichte van den geappointeerden kapitein Jobbiaen Baeck
Cheistoffel Nicolaas la Pieebe, Dierck Vebvoebt en anderen.
De Res. S. G. van 25 Maart 1597 vermeldt dat Johan du Monceaux,
kapitein op acte van den graaf van Leicesteb, „toen rijdende was met
2 paarden onder de compagnie van Zijne Excellentie" (daarbij geappoin
teerd).
Ingevolge de Res. S. G. van 3, 9 en 13 October, 4 November 1597,
16, 26 en 31 Januari 1598 werden Claude de Senebpont heer van
la Vacquebie en Maximiliaan de Dennin, overgekomen van den vijand
met 12 ruiters, geappointeerd onder de compagnie van Zijne Excellentie
elk met 2 paarden en 1 bagage-paardop extra-ordinaris traktement naar
den dienst, dien zij zouden verrichten. Eerst was voorgesteld 40 boven
het traktement, hetwelk de ritmeester, bij wien zij zouden worden in
gedeeld, hun wilde toeleggen.
In tal van resolutiën worden andere voorbeelden aangetroffen.
AANTEEKENING N°. 7 (bladz. 25).
Van den „Maréchal de camp", zegt Agbippa d'Aubigné, de vriend
van koning Hendeik IV van Frankrijk, over diens verplichtingen: „Cest
„officier prend la cognoissance des quatre élements de l'armée, a savoir
„du conseil, des vivres, de l'artillerie et de la marechaussee". Den om
vang van elke dier bemoeiingen omschrijvende, roemt de Franschman
bijzonder Prins Maueits van Obanje, die alle krijgskundige hoedanig
heden in zijn persoon vereenigde. Daarentegen liet hij zich alles behalve
vleiend uit omtrent de andere stafofficieren of helpers („aides du Maréchal
de camp") van Hollands tweeden stadhouder „on trouvera force endroits
„oü elle (la bonne conduite) est eschapee, sur tout aux petites armées;
„mais principallement en Hollande, oü il y a eu un si grand capitaine
„général, et bien souvent de si mauvais subalternes, que eet excellent
„Prince, faisant toutes les fonctions d'armée, a rendu les officiers
„deschargez de beaucoup de choses avec peu d'employ et d'authorité
AANTEEKENING N°. 8 (bladz. 26).
Aan Mr. Wiggeb Allebtsz, chirurgijn te Rotterdam, werden toege
staan 4 voor het genezen van hen, die voor den vijand gekwetst en