142 Zie aangaande beide in den tekst genoemde kolonels, zoo mede de Schotten in Staten-dienstFerguson, „Papers of the Scots Brigade". Balfour wordt als kolonel der Schotten genoemd o. a. in de Res. H. van 26 Augustus, 13 September en 7 October 1575. Volgens laatstge noemde resolutie ontving hij een pensioen van 800 'sjaars, hetwelk later overging op zijn weduwe en hun zoon (Res. ibid. 26 April 1581). In 1576 kwam kolonel Balfour met 12 compagnieën Schotten in dienst der Staten-Generaal. AANTEEKENING N°. 10 (bladz. 29). Res. H. 22 Mei 1576 haalt de onderhandeling aan met de Schotsche kolonels om de maandelijksche betaling per 42 dagen voortaan te stellen op 48 dagen, wat niet gelukte. Blijkens Res. ibid, van 8 Augustus 1576 hielden de Schotten in Krimpen gemeenschap met den vijand waarom drie hunner compagnieën werden verplaatst naar het Noorder kwartier en vervangen door 3 compagnieën Duitschers „om alle incon- „venienten te verhoeden". Stuart heeft in de volgende jaren herhaal delijk pogingen in het werk gesteld om betaling te krijgen voor be wezen volgens de Staten niet bewezen diensten. Als gunsteling van zijn koning liet hij Hollandsche schepen opbrengen (represailles), om zoodoende de Staten te dwingen. AANTEEKENING N°. 11 (bladz. 29). Als: 14 November 1572 „Jan van der Heijden, gecommitteerd tot „leijdtsmann, commissaris ende raedtsman over etlijke vendelen knech ten". „Achilles de Darive, Seigneur de Rosigny couronnel de six enseignes". 10 Januari 1573 „Joris Byhe van Montigny, baron dudit Lieu et de Noyelles couronnel de douze enseignes", 28 Mei 1573 gouverneur van Leiden. Jhr. Herman van Heylingen (Hellinck), stalmeester van den Prins, tot kolonel van 5 vendelen Duitschers. 12 April 1573, Jhr. Adriaan Vijgh, kolonel van 5 vendelen tot een sterkte van 1000 man. 29 Juni 1578Goddart Palm overste-kwartiermeester over Holland (allen in Navorscher XLVII). Voorts werden o. a. nog gecommitteerdJhr. Gijsbert Ooms van Wijngaerden als „opperprovoost over de crijgstokke in Holland" 2 December 1573, Philips van Asseliers, commissaris-generaal voor de munitie van oorlog in Holland; benevens eenige commissarissen van de monstering (Navorscher ibid).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1911 | | pagina 156