155
Bij Res. S. G-. 1 Februari 1578 werden de aartshertog, de Prins van
Oranje en de Raad van State belast met het geheele beleid van den
oorlog; bij Res. van 13 Februari gemachtigd om nieuw krijgsvolk te
lichten mits blijvende binnen de toegestane 600.000 en ook wel te
verstaan „que tous Chieffs lever et a lever debvront estre d'une mesme
„langue de leurs soldatz ou la sachions parleret ausquels ne sera
„aulcunement permis d'avoir diverses charges ou offices incompartibles
„ainsi debvront actuellement et de faict estre aupres de leurs gens poui
„les faire obeir, observer et garder la discipline militaire, a peine que
„lesdicts chieffs sans fort faveur ou intercession que ce soit seront
„privez de leurs charges".
A ANTEEKENINGr N°. 31 (bladz. 48).
In het Archief van HollandIndex N0. 2606 Litt. b. (Algemeen Rijks
archief), bevindt zich een staat van de bezoldiging der Hoogduitsche
ruiters, anno 1578 gelicht ten laste der Nederlandsche geünieerde ge
westen, waaraan het volgende is ontleend (1)
1°. Drie regimenten onder het beleid van hertog Hans
Casimir
le Regiment van den hertog, met 1 overste- of
„hofvane" en 5 vanen;
2e Regiment, overste Henrich von Steijn, 5 vanen;
3e Regiment, overste Hans Buch, 5 vanen;
te samen: „5995 sadelpeerden1833wagenpeerdenen
166 trospeerden"
ter maand 104091 flor.
2°. Onder graaf G-unther van Schwarzbtjrg
overste-luitenant Leo Paomoer, 9 vanen;
te samen: „3323 sadelpeerden, 1026 wagenpeerden en
188 trospeerden"
ter maand 58853
3°. Onder den markies van Havrech,
overste-luitenant Eitel Henrich, 4 vanen;
te samen: „1634 sadelpeerden, 483 wagenpeerden en
31 trospeerden"
ter maand 27830
4°. Onder vrijheer Christoefel Schenck,
overste-luitenant Ernst von Haugwitz, 4 vanen;
te samen: „1501 sadelpeerden, 471 wagenpeerden en
67 trospeerden",
ter maand 26393
(1) In dezen staat worden alle ritmeesters met name genoemd.
