161 De verleende titel luidde „Beschermer van de liberteijt van de Nederlanden tegen de tirannye „van de Spangiaerden en aenhangeren (défenseur de la liberté des Pays- „Bas contre la tyrannie des Espagnols et leurs adhérents)". Op 20 Augustus werd het verdrag door den hertog te Mons geratifi ceerd de afkondiging vond plaats op 29 Augustus (Res. S. G. 26 en 28 Augustus 1578). Ingevolge het gesloten verdrag verkreeg de hertog net opperbevel over de vereenigde legers (Res. S. G. 5 September 1578) en verklaarde hij bij openhaar edict don Jan van Oostenrijk voor vijand (G. P. B. IV fol. 67, d.d. 9 September 1578; dezelfde bladzijde van het G. P. B. behelst de acte van assurantie, door den hertog gegeven aan de Staten- Generaal). Slechts op één enkel wapenfeit kon de hertog zich beroemen. Zijne troepen versloegen eene vijandelijke compagnie in het Luxemburgsche de edelman, die de veroverde vaandels met het Bourgondische kruis aan de Staten-Generaal overbracht, ontving eene vereering van 100 (Res. S. G. 30 September en 2 October 1578). Omtrent dezen tijd namen de Staten-Generaal een nieuw zegel aan, verbeeldende: „un Lion grippant couronné, ayant a la patte droitte une „epee, en la senestre 17 flëches, signifiant les 17 provinces, liées d'un „roulet ou sera écrit concordia, estant la superscription dudit sceel: „sigillum ordinum Belgicum data 1578 et l'inscription de contre-sceel „verbus unita fortior avec effigie d'une main, sortant d'une nuée, et „tenant le roulet ou sera écrit Concordia duquel 17 flëches seront liées". (Res. S. G. 2 en 11 September 1578). De Staten van Holland en Zeeland wilden van dit zegel niets weten (Res. H. 8, 9, 12, 13 Mei en 16 Juni 1579). AANTEEKENING N°. 40 (bladz. 52). Onder meer gingen in 1579 verloren 1". Maastricht. Gouverneur was Melchioe van Schwarzenburg van Heerle (Res. S. G. 10 September 1578: bij provisie, gedurende de af wezigheid van den heer van Heze). Na een beleg van 111 dagen werd Maastricht op 29 Juni 1579 overrompeld, waarbij de gouverneur sneuvelde- ook de heer van Hièrges sneuvelde tijdens het beleg (zie Mr. Groen van Prinsterer, ArchivesTome VI pages 529-534). De Staten van Holland hadden krachtige pogingen in het werk gesteld tot ontzet van Maastricht, zoomede tot betaling van de bezetting (Res. H. Mei en Juni 1579); bovendien werd gezorgd voor de uit Maastricht teruggekome- nen en voor de weduwen van de soldaten, binnen Maastricht over leden (Res. H. 20 Augustus en 21 October 1579). Tot de bezetting be hoorden o. a. Maxtmtltaan de Hornes, heer van Loeres (Loockeren), 11

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1911 | | pagina 175