164 leven werd geroepen, weldra gevolgd door het repartiéèren van het krijgsvolk over de verschillende provinciën (Journael I. XCI). Men raad plege in deze inleiding tevens de wijze van betaling der troepen en de daardoor ontstane misbruiken, zoomede de werkzaamheden van de mon ster-commissarissen. AANTEEKENING N". 42 (bladz. 65). De staat A heeft veel overeenkomst met een andere gedateeid 22 De cember 1579; een andere dd. 12 December 1579 (staat B) achtten de Staten-Generaal niet volledig. Zij verzochten den Prins van Oranje op den staat van oorlog alsnog te vermelden de traktementen van den aartshertog-landvoogd en van de generaals, de vivres, posterijen, spion nen, boden, commissarissen enz., bovendien de korpsen te doen repai- tieeren op de provinciën naar eiker quote (Res. S. G. 1 Januari 1580). De Res. S. G. 4 Januari 1580 vermeldt, dat de Prins nog twee staten had doen samenstellen: een voor de repartitie, de andere vooi de traktementen; deze staten zijn niet aanwezig in het Alg. Rijks-ar chief. Vreemd mag 't worden genoemd, dat men geen aanmerkingen aantreft omtrent fouten in traktementenaantallen ruiters en soldaten die slecht waren getotaliseerd, enz. (Vergelijk noot 2, bladz. 54). Gelijke fouten treft men tot het einde der republiek aan in tal van staten. Op de staten in den tekst ontbreken opgaven omtrent pioniersenz. Hoe men zich dezen en andere zaken verschafte, vermeldt de Res. S. G. 15 Januari 1580: „pour annoncer le fait de guerre, est trouvé nécessaire „de faire provision des chevaux limoniers, chariots et limoniers sui le "pied que Son Excellence a proposé aux Etats Généraux, que „10 villages fourreront un cheval 2 un pionnier et gQ n un chariotou cinquante florins une foisen „conformité de quoy lettres seront écrites aux provinces AANTEEKENING N°. 43 (bladz. 56). Willem de Ridder werd 24 April 1581 landdrost-generaal over Gel derland, Holland, Utrecht en Overijssel, op 300 ter maand, tenl einde paal en perk te stellen aan de schade ten platten lande berokkend door verloopen knechten, rabauwen ende andere vagabunden Hij kreeg onder zich „11 geruste ende weerachtige Ruyters, elcks met een langhe en twee korte roers, met een draf harnas a 24 caroli guldens ter 'maand en onder welcken een sal wesen sijn Lieutenant; item "25 Schutten, elck met een langh roer, waeronder 8 elck mede een „verrejager (springstok) a 12 caroli guldens 1 gesworen klerck „a 12 guldens—, 3 clauditen (dievenvangers) a 8 guldens ende 1 scherp-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1911 | | pagina 178