165 „rechter a 6 guldens ende bovendien van yemandt met den vuyre „ofte swaerde te executeren: 4 caroli guldens, met de coorde: 3 caroli „guldens, van geesselen, schavotteren, oorafsnijden ende diergelijke: „2 caroli guldens." Res. H. 16 Januari, 20 Maart, 24, 27 en 28 April 1581). AANTEEKENING N°. 44 (bladz. 59). „Aenritsgelt", n.l. om aan te rijden op de verzamelplaats, in tegen stelling van loopgeld bij het voetvolk. „Le comte de Hardick Hohenlohe), assists de ses Ritmeistres a „demandé finale résolution sur le payement de leurs postes et de ce que „les Estats leur doivent et fait plusieurs reproches, et diet injures en „vilipendie des Estats a cause qu'ils n'avoient tenu leur parole, surquoy, „leurs est repondu qu'il est impossible leur dire laditte résolution, avant „que l'on sache, si la négociation des marchands s'acheminera ou non (Res. S. Gr. 2 Januari 1580). „Son Excellence (=le Prince d'Orange) a remonstré que si l'on ne „donne aucun contentement au comte de Hardeck et ses ritmeistres avant „que Messieurs les Etats Généraux) partent vers leurs provinces, il „faut a craindre qu'ils se joindront au collonel Corsbach, qui est au quartier .„de Lingen, brulant, brandschattant et ravageant villes et pays plus que ,,1'Ennemy le feroit s'il en fut maistre" (Res. S. G. 5 Januari 1580). Kolonel Sigismund, vrijheer van Cortzbaoh, te voren behoord hebbende tot het korps van graaf Gunther van Schwarzburg was als ritmeester in dienst gehouden wegens gebleken dapperheid en oorlogsondervinding (Res. S. G. 1 Maart en 15 Mei 1579). Volgens Bor (14de boek) beweerde hij een vordering van 16000 op de Staten-Generaal te hebben. Toen het geld op zich liet wachten, trok hij op eigen gezag uit Brabant door Gelderland en Overijssel naar Lingen, waar hij den dood vond. De Staten-Generaal zagen zich genoodzaakt te verklarendat zij wegens de oneenigheid der Provinciën niet in staat waren tot betaling der ruiters (Res. S. G. 30 Juni 1580). AANTEEKENING N°. 45 (bladz. 59). Met ingang van 5 Maart 1580 en met verseeckertheijt van geldt, „of te minsten half geldthalf Laecken of andere warentegens 15 d'halve „Heeregulde op ijder Paerdt, leggende ten platten Lande, en binnen de „steden 20 gelijcke Heereguldens op ijder Paerdt" (Res. H. 31 Maart 1580). Het „aenritsgeld" bedroeg 12000, de traktementen voor een maand 32000 (Res. H. 5 April 1580). De Res. H. 2 Mei 1580 vermeldt, dat het aantal ruiters, inplaats van 1200, nog geen 500 bedroeg. De overste, die in sommige resolution ook Remen, Remmen en zelfs Reenen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1911 | | pagina 179