178 Als in 7ete gevallenzorgde Holland voor de betaling en voor allerhande zaken. Zoo werd, blijkens Res. H. 5 September 1583, voorzien in de levering van „1000 harnassen, spiessen ende hellebaerden500 roers, „3000 ponden Pulvers, 3000 ponden Lonten, 400 spaden, 100 bijlen, „50 houwelen, 12 sagen, etc., 2000 voet-angels, etc.; voorts BierBroodt „Kaes, Haringh, Forme tot de Calibers, Koorden voor Flessen ende „Flesquillieneenige betalinghe om kousen en schoenen te „koopen, etc." Zie voorts Res. H. 8, 20, 21 en 29 October 1583. Eerst bij Res. S. G. 2 November 1583 werd de akte gearresteerd tot het geven der commissiön of bestellingen. AANTEEKENING N°. 65 (bladz. 70). Aalst ging op 30 November 1583 door verraad van het Engelsche garnizoen verloren. Vele Engelschen deserteerden al spoedig uit het leger van den vijand. Zij werden gevangen gezet te Delft, waar zij in rechte vervolgd werden (Res. H. 12 December 1583 en 31 Mei 1584; Res. S. G. 9 Januari, 19 en 25 April 1584). Het vonnis hield o. a. in: verbannen uit de geünieerde provinciën en daarin niet terug te keeren binnen 10 jaren „op peene van de ghalghe" binnen zonneschijn te vertrekken uit Delft binnen 3 dagen uit den lande van Holland met eersten oostenwind uit alle geünieerde provinciën (Res. S. G. 4 Mei 1584). De kapitein Welch, op wien het vonnis in de eerste plaats toe passelijk was, werd later kapitein in de lijfwacht van den graaf van Leicester. AANTEEKENING N°. 66 (bladz. 70). Over het verraad van den luitenant van kolonel Seton Roeland Yoske en Jan van Imbyse om Dendermonde in handen van den hertog van Parma te spelenzie Res. S. G. 28 Maart 1584. Het garnizoen werd betaald door Holland (Res. H. 6 en 11 April 1584). Frans van de Kethulle, heer van Ryhoven, werd gouverneur van Dendermonde en de landen van Waes op een traktement van 100 ter maand, boven dat van £500 als kolonel (Res. S. Cl. 29 April 1584). Tijdens zijn afwezigheid werd Dendermonde op 17 Augustus 1584 door zijn luitenant Mortaigne bij verdrag overgegeven aan den hertog van Parma. De compagnie ruiters van den heer van Ryhoven werd gehouden voor gecasseerd (Res. S. G. 27 Augustus 1584. Roeland Yorke kwam voor den krijgsraad te Brussel, alwaar hij verwezen werd tot de straffe des doods (Res. S. G. 7 en 10 Augustus 1584). Het vonnis werd vooralsnog niet bekrachtigd en Yorke later door den graaf van Lei- cester in eere hersteld.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1911 | | pagina 192