179 AANTEEKENING N°. 67 (bladz. 71). Charles de Croy, prins van Chimay, gouverneur van Vlaanderen, sloot op 20 Mei 1584 een verdrag met den hertog van Parma, waarbij aan dezen Brugge en Damme zouden worden overgeleverd (Res. S. G 31 Mei 1584). Bij plakkaat en ordonnantie van 4 Juni 1584 werden „die van Brugge „en de Lande van den Vrije ende andere, houdende de partije van den „Koningh van Spangien, verklaert Vijanden, ende verboden met henlieden „te handelen, trafficquerenofte eenige correspondentie te houden" (G. P. B. Deel II bladz. 2 en Res. H. 20 Juni 1584). Aan het verraad was deelgenomen door den Schotschen kolonel Boyd. De uit Brugge en Yperen gekomen Schotten kwamen onder het bevel van kolonel Bartholomew Balfour (Res. S. G. 18 Juni 1584). Yperen had zich op 9 April 1584 overgegeven. De 7 vendelen van kolonel Willem de Hertaing, heer van Marquette, werden gereduceerd tot 3 compagnieën (Marquette Brant en Ridder) a 150 man en gezonden naar Rijnberk. De niet ingedeelde officieren werden gehouden voor ge recommandeerd als het kolonelschap (regiment) op nieuw geformeerd zou worden. De kolonel Marquette kreeg 200 traktement ter maand (Res. -SI G. 24 April 1584). De troepen werden afbetaald door Holland (Res. H. 30 April, 1 en 29 Mei 1584). Aan den te Yperen blind ge schoten soldaat Jan Goot werd voor zijne goede en getrouwe diensten een levenslange mortepaye toegestaan in eene compagnie te Brielle. (Res. S. G. 1 en 14 Juni 1584; op 10 ter maand). Bij Res. S. G. 8 Juni 1584 werd aan Marquette op nieuw commissie als kolonel verleend en zijn regiment werd naar Brussel gezonden (Res. S. G. 26 Juni 1584). De 4 uit Damme gekomen vendelen, werden gereduceerd tot 2 (Inde Flahault en Jan de Haene, Res. S. G. 21 Mei 1584). Zij werden af betaald door Holland (Res. H. 29 Mei 1584). Ostende en Sluis bleven trouw aan de Staten-Generaal. AANTEEKENING N°. 68 (bladz. 72). Res. S. G. 19 Juli en 11 Augustus en Res. H. 13 Juli, 1 en 16 Augustus 1584. Het G. P. B. 5de Deel bladz. 2S bevat dd. 18 Augustus 1584 de „Instructie voor den Hooghgebooren Heere Maurits, Graave van Nassauw, „etc. ende de Raaden van Staate, bij provisie gecommitteertten „Gouvernemente ende regeeringe van de Landen van Brabandt, Vlaanderen „HollandtZeelandt, Utrecht, Mechelen, ende Vrieslandt". De oudste zoon van den prins, graaf Filips Willem, die nu Prins

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1911 | | pagina 193