182
Juni, 5 en 6 Juli, 13 Augustus en 19 September 1584. Nog in 1585
smeekten Gelderland en Utrecht om van den overlast der Keulsche ruiters
verlost te worden (Res. S. G. 21 Januari 1585).
AANTEEKENING N°. 74 (bladz. 74).
Hier volgen enkele resolutiën van Holland, betreffende ondersteuning
aan Antwerpen en Brussel.
Res. H. 27 Juli 1584. Aan Antwerpen geleend 1000 kogels van 5 ponden
en 1000 kogels van 7 ponden.
Res. H. 23 en 24 Augustus. 3 oorlogsschepen uit Holland en 3 uit
Zeeland naar Antwerpen gezonden om het sluiten van de stroomen te
beletten.
Res. H. 5 en 8 September en 23 October. Over het ontzet van die
van Brabant en Vlaanderen.
Res. H. 15 October. Het zenden van 12 „schellinck-boots", wel voor
zien en geëquipeerd, tot blokkade der Vlaamsche kusten.
Res. H. 26 en 31 October, 20 en 22 November. Provisie gezonden
naar Brussel.
Res. R. v. St. 2—14, 25 en 26 Mei, 3, 11, 17, 24 en 26 Juni, 12,
1619, 27 en 28 Augustus 1585. Voorts over het zenden naar Antwerpen
van levensmiddelen, ammunitie en geld, zie Res. H. 22 Februari, 11,
15 en 20 Maart, 13, 20 en 25 April, 7 en 30 Mei, 7 en 18 Juni, 1,6,
8, 10, 15 Juli.
Over de handelingen op zee en op de Schelde, zie Res. R. v. St. 11 April
en Res. H. 15 Maart, 9 en 11 April, 8 en 9 Mei, 2, 4, 18 en 22 Juni,
4 en 6 Juli, 1, 10 en 13 Augustus. Op de vloot commandeerden de
luitenant-admiraals Jan Gerbrantsz (met den vice-admiraal jhr. Adriaan
van Duivenvoorde) van Holland en jhr. Justinus van Nassau (met
Adriaan Willem Symonsz, admiraal van Zierikzee, en Maerten Drooghe
als raadgevers van Zeeland).
Over den strijd te land, zie Res. H. 29 Mei (met uitvoerige beschrijving
van het gevecht aan den Couwensteinschen dijkwaar o. a. Filips de
Zoete, heer vanHaultain, het leven verloor) (Res. H. 4, 19—22 en 29 Juni,
1, 12, 13, 16, 2230 Juli en Res. S. G. 29 Juli 1585).
Zieke en gekwetste soldaten werden meestal naar Goes gezondenvan
daar naar andere plaatsen in Zeeland. Mr. Michiel Breydensteijn van
Antwerpen was als „medicijn ende chirurgijn" in dienst van den lande
aangenomen (Res. R. v. S. 4, 11 en 17 April 1585). Over maat
regelen genomen na de overgave, zie Res. H. 15—20 en 28 Augustus,
3, 5, 811 en 19 September, 29 November, 9, 10 en 19 December en
Res. S. G. 23 September 1585.
De verdediging van Antwerpen was met energie gevoerd. De overgave
werd geweten aan plichtverzuim van den heer van St. Aldegonde aan