183 wien zelfs verboden werd met zijn huisgezin in Zeeland en Holland te komen (Res. H. 18 Augustus en 21 November, Res. S.G. 10 September 1585). Van de voormalige bezetting werden 17 vendelen tot nadere bestemming naar de vloot gezondenandere vendelen gingen naar Liefkenshoek 7 vendelen Schotten onder kolonel Balfour naar Bergen-op-Zoom (Res. R. v. St. 28 en 31 Augustus 1585). AANTEEKENING N°. 75 (bladz. 74). Tijdelijk gouverneur van Lillo was Odet de la Noue, heer van Teligny die in Juli van Gent commissie kreeg als generaal van de cavalerie (Res. S. G. 11, 26 en 28 Juli; Res. H. 14 Juli 1584). In November 1584 werd hij bij eene schermutseling door den vijand gevangen genomen. Jan Godin werd gouverneur of superintendent in plaats van Teligny. De Staten van Holland schreven hem: „hoe dat men verstaet datter „eenighe tambourijns bij den grave van Mansfelt aen sommighe capi- „teijns aldaer sijn gesonden geweest, ten eijnde de voorsz. capiteijnen „metten grave souden commen sprekenende gemerckt daerruyt mercke- „licke inconvenienten souden moghen spruytendat hij daeromme zulcke „tambourijns gheen audiëntie meer en gheeve, maer dat hij deselvedoe „hanghen op den staenden voet" (Res. H. 5 December 1584). Wegens ziekte werd Johan Godin, die naar Antwerpen vertrok, ver vangen door kapitein Bernart (Res. H. 19 December 1584). AANTEEKENING N°. 76 (bladz. 74). Eerst had Franqois de la Kethulle, heer van Ryhoven, commissie gekregen als superintendent binnen Gent voor de zaken van den oorlog, justitie en politie (Res. S. G. 28 Mei 1584); een paar dagen later was de commissie veranderd voor jhr. Pieter van Sedlnitzky (als „super intendent van de wapenen en oorloochsvolcke") op een maandelijksch traktement van 500 (Res. S. G. 1 en 2 Juli 1584; voorts Res. H. 18, 21, 30 en 31 Juli, waarin hij genoemd wordt Pierre Sedlinsco). Een zijner eerste maatregelen betrof het onthoofden van Jan van Imbyse (4 Augustus). Bij acte van 6 Augustus 1584 beloofden HollandZeeland en Utrecht 500 paarden en 3000 voetknechten te zullen zenden en be talen voor het ontzet (Res. H. 6 en 11 Augustus 1584). Na de overgave werd gouverneur Frederik de Perenot, heer van Champigny. AANTEEKENING N°. 77 (bladz. 75). Loopplaats van 1000 Duitsche knechten te Hoogeveen of elders, n.l. omtrent Yianen en Oulemborg; aan den Bisschop van Bremen werd verzocht passage te verleenen aan de soldaten, die in het Sticht van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1911 | | pagina 197