185 „De Trommelslagers sullen mede gehouden zijn te wercken. 16. „Den geweldigen Provoost met 2 clauditen, ende sal moeten „altoos bij de werckluyden sijn, op ende afgaen, over sijne gagie „met sijne clauditen40. „Den Monster-schrijver, die gehouden sal sijn Boeck te houden „van alle de betalingen van de compagniön Pionniers. 30.—. A ANTEEKENINGr N°. 79 (bladz. 76). Res. S. G-. 27 Maart, Res. H. 10, 18 en 23 Februari, 15 Maart en 13 April 1585. Over het onderzoek van het gedrag van den gouverneur van den Tympel, zie Res. R. v. St. 22 en 30 Juli en Res. 29 November 1585. Bij het regiment van jhr. Olivier van den Tympel waren zijn broeder jhr. Dionys van den Tympel, luitenant-kolonel (Res. R. v. St. 11 April en Res. H. 3 Juni 1585) en Jean Pyron, sergeant-majoor (Res. S. G. 18 December 1584; Res. R. v. St. 24 April en Res. H. 3 Juni 1585). Aan jhr. Dionys werd vergund om te vertrekken naar Frankrijk (Res. R. v. St. 12 Augustus 1585). Na de overgave trokken de kapiteins met hunne compagnieën naar Liefkenslroekvan waar luide klachten naar den Raad van State gezonden werden om betaling, waarbij zij ver klaarden „dat sij van hongher sterven ende verderven" (Res. R. v. St. 27 Maart, 1 Mei en 6 Augustus 1585). Vier compagnieën, te voren in Brussel, werden vervolgens in garni zoen naar Ostende gezonden (Res. R. v. St. 27 en 28 Augustus 1585). Kolonel Olivier van den Tympel werd in verschillende betrekkingen in dienst gehouden. Zijn regiment werd niet hersteld. De vrouwen der uit Brussel gekomen soldaten werden eerst gezonden naar Zuid-Beveland, vervolgens naar WalcherenSchouwen en Overflakkee om „de voorsz. vrouwen 't accommodeeren voor eenen cortten tijdt ten mins- „ten quetse van den Lande" (Res. R. v. St. 30 April en 11 Mei 1585). Twee andere regimenten hadden tot kolonelhet eene jhr. Hubrecht van Souhayt met Filips van Meeticerken als luitenant-kolonel en Hans van Loo als sergeant-majoor; het andere, den baanderheer van Merode met Adolf de Heetvelde als luitenant-kolonel (Res. S. G. 29 Juni en 18 Juli en Res. R. v. St. 5 Augustus 1585); met laatstgenoemd regiment werd waarschijnlijk bedoeld dat van wijlen Robert de Merode, heer van Thiant. Het regiment van kolonel Souhayt werd eerst hersteld op 6 (Res. S. G. 29 Juni en 15 Juli 1585), later gebracht op 10 vendelen (Res. R. v. St. 16 Augustus 1585). Yan het andere regiment werden nieuwe compagnieën geformeerd, waarvan eene compagnie Franschen onder den lateren kolonel George Fremin (Res. H. 11, 12 en 24 October 1585). Laatstgenoemde compagnie werd gecasseerd bij Res. R. v. St. van 1 Augustus 1588.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1911 | | pagina 199