187 8. G. 8 Juli 1585 maakt melding van een rekest van Pieter Straetman „adelborst en vivandier onder de compaignie van Ratel". Eene klacht, die voortdurend gehoord was, komt o. a. voorin Res. H. 13 Maart 1585 „Alsoo de Staten van Hollandt verstaendat eenige capiteijnen hen „langen tijdt absenterende van hen vaendelenboven die bevonden werden „het gemeene Landt seer exorbitantelijck te bedriegen, tot groote op- „spraecke van de gemeene, ende verachteringe van des Lands dienste, „daer inne ten exemple van andere behoort voorsien te worden AANTEEKENING N°. 82 (bladz. 78). Res. H. 7 en 8 Maart, 9, 11, 1518, 25 en 26 April, 1 Mei (de Sou- vereiniteit aan de koningin van Engeland op te dragenof verzoek om onder steuning) 2 Mei (Steden in „versekertheijdt" te geven pandsteden) ,4,7, 8 en 11 Mei 200.000 ter maand te betalen aan Hare Majesteit), 29 en 30 Mei, 37, 24 en 25 Juni, 10, 16, 27 en 28 Juli, 9 Augustus, 5, 9 en 10 September (over het secours door de koningin te zenden; in het rapport wordt gemeld, dat de koningin nog 1000 voetknechten, boven de 4000, en in het geheel 1000 paarden tot haren laste in dienst van het land zou onderhouden; Brielle wordt een der pandsteden), 2 October (Tractaat met Hare Majesteit geadvoieert). 5, 23 en 29 October (te ver zoeken de overkomst van den graaf van Leicester binnen deze landen), 20 November en 23 December 1585. AANTEEKENING N°. 83 (bladz. 79). Omtrent dezen tijd bood de heer van Rebours, op verzoek van koning, Hendrik van Navarre later Hendrik IV, koning van Frankrijk - zijne diensten aan om 2000 Franschen binnen deze landen te brengen (Res. R. v. St. 3 Juni 1585). De Raad van State was ertegen, zoomede de Staten van Holland „omme verscheijde respecten als omme de jalou sie, wesende tusschen Vrankrijck ende Engelandt, midtsgaders de difii- „dentie van den Persoon van den voornoemden Rebours, met beleeft- „heijdt het selve sal worden afgheslagenin aensieninghe van de knechten „die uijt Engelandt worden verwacht tot dienste deser landen" (Res. H. 24 Juni 1585). Op het aanhouden der Staten-Generaal gaf Holland evenwel zijne toe stemming (Res. H. 4 Juli 1585). Ingevolge Res. S. G. 12 Juli 1585 werd er ten slotte van afgezien en den heer van Rebours bedankt. AANTEEKENING N°. 84 (bladz. 80). Res. H. 21 en 25 November 1585. Voor de nieuwe wervingen waren de volgende gelden reeds beschikbaar gesteld (Res. S. G. 24 Juli 1585).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1911 | | pagina 201