tot 4 November 1586, toen ze gecasseerd werd (Afrekeningboek Staten- Generaal N". 8338 fol. 169, Algemeen Rijks-Archief). Blijkens Res. S. G. 19 October 1589 was ritmeester Cranevelt toen overleden. (23) 200 Duitsche ruiters (Res. H. 22 Juli 1585). Gecontinueerd als ritmeester over 150 Duitsche ruiters (Comm. R. v. St. 15 Februari 1589). (24) Was in 1581 reeds in dienst. Volgens aanteekening op den staat van oorlog van 1586 werd deze vaan gecasseerd. (25) 100 Duitsche ruiters (Res. R. v. St. 13 Januari 1586). In staten- dienst van 1 September 1585 tot 18 Februari 1588 (Res. S. G. 24 October 1590)daarna lag deze vaan in dienst van Truchsesz te Bonn, toen deze vesting belegerd werd door den hertog van Parma (Maart tot 19 Sep tember 1588). Bij een der gevechten leed de ritmeester de nederlaag en werden zijne ruiters verstrooid, waarna men de vaan gecasseerd achtte (Res. S. G. 10 Juni 1588). Zie voorts Afrekeningboek Staten-Generaal N°. 8338 fol. 179, Algemeen Rijks-Archief. (26) 100 paarden (Res. H. 22 Juli 1585). (27) 100 harquebusiers (Comm. R. v. St. zonder datum, vermoedelijk 1586). In 1587 wordt de vaan opgeheven en gaat Wishart met 6 paar den over in de compagnie van Paul Bacx (Comm. R. v. St. 21 April 1587). De vaan van Wishart is geen 8 maanden in dienst geweest; de ruiters waren Nederlanders (Res. S. G. 13 en 28 Maart 1589). Bij Res. R. v. St. 15 Januari 1589 ontving Wishart commissie als kapitein van het vendel van wijlen kapitein Hay. (28) 300 Duitsche ruiters (Res. S. G. 17 November, 1 en 21 Februari 1587). Deze vaan is niet voltallig geweest en verliep door slechte beta ling. Het overschot werd ingedeeld bij de vaan van graaf Adolf van Nieuwenaar en Meurs (Res. R. v. St. 14 October 1587). (29) Uit de Res. S. G. 12 en 13 Juli 1588 blijkt dat deze vaan van 100 lansiers voor de eerste maal is gemonsterd op 1 Juni 1586 en in dienst gebleven tot 30 Juni 1587. Zie voorts Afrekeningboek Staten- Generaal N°. 8338 fol. 100, Algemeen Rijks-Archief. (30) Van dezen ritmeester is de commissie niet te vinden, wel als kapitein van een compagnie te voet (Res. R. v. St. 26 April 1591). De vaan wordt alleen genoemd in den staat van oorlog van 1586. Een naamgenoot Johan Wingfield, neef van Willoughby, was gouverneur van Geertruidenberg, toen het garnizoen deze plaats in 1589 in handen van den vijand speelde. AANTEEKENING N°. 113 (bladz. 116). Onder adelborsten heeft men te verstaan lieden van goede geboorte die op bevordering in dienst waren gekomen of eene nieuwe commissie verwachtten, omdat eene vorige, bijv. door opheffing eener compagnie, was ingetrokken. 204

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1911 | | pagina 218