„traictement et l'entretenement desdits suppliants, et leurs compagnies,
„qu'ils ayent quelque payement a leur contentement. Et quand a ce
„que les dits suppliants requierent pour estre délogés en guarnison,
„lesdits Estats se remettent a la disposition et ordonnance de son
„Excellence".
Om aan geld te komen, om geplaatst te worden of bevordering te
maken moest steeds een verzoekschrift worden ingediend.
AANTEEKENING N°. 119 (bladz. 120).
Res. H. 1 September 1574. Elke kolonel werd chef over 5 a 7 com
pagnieën. Die van Novelles bestonden uit Walen, die van Hellinck
uit Duitschers.
Het traktement van den kolonel bedroeg 120 per maand (Res. H.
15 Februari 1575).
Omtrent vaandels vermelden de Res. H. 14 September 1574dat die
van 2 compagnieën onder kolonel Hellinck vernieuwd zouden worden,
kostende elk 40. Voor loopgeld van eene compagnie van 150 hoofden
werd betaald 300 (Res. H. 14 September 1574).
De Res. H. 19 Juli lo75 vermeldt de kosten van wapentuig ten
behoeve van den kolonel Hellinck, als voor 2 schootvrije corseletten
met toebehooren 186, nog 8 corseletten tot 15 het stuk en 2 ron-
deelen tot 9 het stuk.
AANTEEKENING N°. 120 (bladz. 120).
Betreffende het vendel van Mabinus Beandt dat eveneens gereduceerd
moest worden tot 150 hoofden, werd uitdrukkelijk bepaald dat daar
onder „soo luttel vrouwen gehouden werden als eenighsints mogelijck is"
(Res. H. 8 April 1575).
Het reduceeren tot 150 hoofden en het casseeren had nog plaats tot
in 1576 (Res. H. 27 Juni en 10 Juli 1576). Eene compagnie van 150
hoofden kostte per maand 1100.
Als gevolg van het casseeren en gedeeltelijk van wege de slechte
betalingwaren de Staten van Holland genoodzaakt uit te vaardigen een
„placaet, verbiedende alle capiteijnen, officieren, knegten, soldaten en
„vrijbuiters, de huisluijden ten platten lande eenige beroovinge ende
„gewelt te doen" (Res. H. 8 April 1575).
14
20!)