211
zouden verwijderd blijven (Res. H. 4, 11 en 12 September 1578 en 21
Februari 1579).
In Augustus 1581 werd de kolonel IJsselsteijn bij Goor gevangen
genomen door Maerten Schenck en in het volgend jaar vrijgekocht (Res.
H. 5 Mei 1582).
AANTEEKENING N°. 123 (bladz. 122).
Deze vijf vendelen stonden onder bevel van den kolonel jhr. Arent
van Duivenvoorde.
Toen de Staten van Holland later overgingen tot het afdanken van
10 vendelen, werd de kolonel teruggeroepen onder bedreiging, wanneer
hieraan niet voldaan werd, dat men de afgezonden vendelen zou be
schouwen als te zijn gecasseerdzeer tegen den zin van graaf Johan
van Nassau en tot ongerief van den graaf van Rennenberg (Res. H. 26,
27 en 30 Augustus en 1 September 1578).
AANTEEKENING N°. 124 (bladz. 122).
Het Noorderkwartier zou aan den graaf betalen 20000, zoodra de
soldaten uit Haarlem, Muiden, Weesp, Schoonhoven en Nieuwpoort
waren vertrokken; de Staten van Holland beloofden den graaf nog
15000 voor verwijdering van de garnizoenen uit andere steden en
plaatsen van Holland (Res. H. 18 en 22 Februari en 18 Mei 1577).
Bij Res. H. 24 September 1578 werd den graaf van Bossu toegekend
een jaarlijksch pensioen van 5000, op grond dat hij zich met „sonder-
„linge devotieaensieninge ende vertrouwen heeft laten gebruijcken tegens
„de gemene vijanden derselve landen, sonder sijns Persoons of eenige
„kosten daer in te sparenen in de verwachting „omme sijn
„Furstelijke Genade, de Staten-Generaelde gemene sake op 't stuck
„van den Oorlogh te helpen vorderen ende beleijden
AANTEEKENING N°. 125 (bladz. 122).
Res. H. 13 April en 7 Mei 1577. Volgende resolutiën behandelen de
cassatie van sommige compagnieën, in de eerste plaats van de vreemde
natiën. Vooral gaf dit aanleiding tot moeilijkheden met kolonel Sonoy
(Res. H. 9 en 23 Juni en 20 Augustus 1577).
De sterkte van 103 hoofden per vendel moet beschouwd worden als
een schrijffout. In volgende resolutiën, enz. is nimmer sprake van dit
getal, wel van 113.
Ten opzichte van het Nodrderkwartier vermeldt de Res. H. 14
Augustus 1577: „Ende alsoo die van Brussel versoecken Secours van