216
uit „verscheijde respecten onder den voorn, collonel niet verder en be
boeren te dienen" (Res. H. 30 Mei, 11 en 30 Juli, 15 en 17 Augustus,
13, 18 en 21 October 1581).
De 6 vendelen Walen werden nu gereduceerd tot 3 compagnieën elke
van 150 hoofden (Res. H. 24 November en 1 December 1581, 31 Maart,
5 Mei en 20 Juni 1582).
In 1584 begon het garnizoen te Ter-Neuzen te muiten en werd de
kolonel Caulier, tijdelijk als commandeur aldaar geschorscht (Res. R. v. St.
29 December 1584, 7, 10, 12 en 24 Januari 1585).
Niettegenstaande dit alles, blijkt het toch dat men de diensten van
den kolonel op prijs stelde, zooals in den tekst nader is vermeld.
AANTEEKENING- N°. 132 (bladz. 129).
Bij Res. H. van 14 October 1580 werd John Cunningham, alias kapi
tein Smit, gecommitteerd tot kolonel van 2 compagnieën Schotten (1).
Hij overleed vóór 18 April 1585 (2); zijn regiment telde toen 5 com
pagnieën (3).
Tot zijn opvolger werd benoemd Thomas, vrijheer van Krychingen,
baron van North (4).
Op den staat van oorlog van 1587 komt hij het laatst voor als kapi
tein over eene compagnie van 200 hoofden, met aanteekening „nu
Lanckhals".
(1) John Cunningham ontving eertijds van Holland een traktement van 50 ter maand voor
aan den lande bewezen diensten (Res. H. 17 Juni 1577). Bij Res. II. 18 Februari 1578 werd hij
benoemd tot luitenant-generaal (leesluitenant kolonel) van het regiment van kolonel jhr. Arent
van Duivenvoorde en bij die van 14 September 1579 tot geljjke betrekking in het regiment van
graaf Willem Lodewijk van Nassau op een traktement vnn 200 ter maand.
Toen graaf Willem Lodewijk superintendent werd over het krijgsvolk te Dokkum was Cun
ningham benoemd tot zijn rassistent" (Res. en Comm. Landraad O. Z. Maze 7 October 1581).
(2) Res. R. v. St. 18 April 1585. Zijn compagnie ging over op Alexander Wishart (ibid.
7 Mei 1585).
(3) Door de Staten van Holland werd kolonel jhr. Willem van Dorp aanbevolen tot zijn op
volger (Res. 24 April 1585). De sergeant-majoor van het regiment was jhr. Johan van Teylingen;
zie zijn afrekening als zoodanig van 31 December 1583 tot 22 October 1584, Archief S G. N". 8338
folio 263 (Algemeen Rij lts-Archief)
(4) Res. R. v. St. 17 Juni 1585. Kolonel in plaats van den overledenen Cunningham, en ver
meerdering van het regiment met 3 compagnieën onder jhr. Dionys van den Tympel en 1 Schot-
sche compagnie, op 500 ter maand; de maand gerekend op 6 weken (Res. R. v. St. 12 Augustus
1585). (In Res. R. v. St. 19 Juni 1585 wordt hij genoemd kolonel in plaats van wijlen kolonel
Smit). De Res. R. v. St. 12 Juli 1585 vermeldt het afleggen van den eed als kolonel van
10 compagnieën. Te voren was hij in dienst van Gerhard Truciisesz van Waldburg (Res. S. G.
19 April 1584). Hij werd vervolgens gouverneur van Lillo en Liefkenshoek (Res. R. v. St. 26
Augustus 1585) en later door graaf van Leicester benoemd tot gouverneur van Harlingen, waar
hij niet ontvangen werd. De commissie als kolonel werd gecontinueerd in 1586 (Comm. R. v. St.
25 Juli 1586, alwaar genoemd Sr. de North, baron de Kertlinge),