HEUSDEN.
Nadat Heusden in 1577 onder liet gezag van den Peins van Obanje
was gekomen werd jhr. Johan Bacx gecommitteerd tot drost of kaste
lein aldaar (1).
In December 1581 vonden de Staten van Holland goed om te bepalen
dat Johan Bacx, Brabanter zijnde, niet langer zijne betrekking mocht
vervullen (2).
Het duurde tot in 1584, aleer zulks tot uitvoering kwam (3).
Zijn opvolger was Mr. Nicolaes Blanckakt (4).
g. OSTENDE.
In 1583 was de kolonel Filips van dee Geacht, baanderheer van
Mortaigne en heer van Melcam, gouverneur van Ostende (1). Hoewel
hij, evenals zijne kapiteins, de verklaring had afgelegd om te blijven
bij de Generaliteit (2), verliet hij al spoedig daarop zijn regiment en
ging tot den vijand over (3).
Als zijn opvolger in het gouvernement werd door den Peins van
Obanje bestemd Willem de Hebtaing, heer van Marquette (4). Deze
was gouverneur geweest van Yperen en had, bij de overgave dier stad
aan den vijand op 9 April 1584 gezworen om binnen zes maanden niet
te zullen dienen tegen den koning van Spanje. Om deze reden werd
provisioneel jhr. Willem Bloys van Treslong, luitenant-admiraal van
Zeeland, met het gouvernement belast (5).
De Staten van Zeeland geraakten omtrent dezen tijd in onmin met
hun admiraal (6); de twist liep zoo hoog dat de eenmaal gevierde
watergeus en vriend van wijlen den Peins van Oeanje niet alleen werd
ontslagen van zijne betrekkingen als luitenant-admiraal van Zeeland,
gouverneur van Ostende en kapitein van 2 compagnieën te lande, maar
bovendien gevangen gezet te Middelburg (7).
248
(1) Het huis te Heusden werd door jhr. Johan Bacx met 50 soldaten bezet (Res. H. 15 Fe
bruari 1578; bij Res. 14 October gebracht op 113). Hij werd drost of kastelein ingevolge Res-
H. 6 Augustus 4579.
(2) Res. H. 7 December 1581alwaar ook de commissie voor jhr. Joiian Bacx als super-
intendent is opgenomen. Bij Res. H. 2 October 1583 werd bepaalddat het Huis te Heusden
zou worden bewoond door den krijgsoverste aldaar in garnizoen. Deze wordt in de resolution ver
schillend genoemd, n.l. zoowel superintendent als drost, baljuw en kastelein.
(3) Res. H. 8 Juni 1584. «De Staten hebben, tot conservatie van de Privilegiën ende gerechtig
dheden van den lande, verklaert ende als noch geresolveertdat Johan Bacx, als gebooren Bra-
bander zijnde, van sijn ampt ende officie, als Drost, Bailliuw ende Dijckgrave van Heusden sal
«ontslagen werden
Johan Bacx werd vervolgens overste van het krijgsvolkte WeespMuiden en Naarden in
garnizoen (Res. H. 10 Augustus 1585).
(4) Res. H. 19 Juli 1584. Commissie als drost en dijkgraaf van de landen van Heusden bij
provisie. Res. H. 1 September 1584 commissie voor vast.