24-9 Na liet optreden van jhr. Willem Bloys van Treslong werd met de waarneming van liet gouvernement eerst belast de kapitein Utenreoht (8), na dezen de kapitein Morquin (9). Bij Res. R. v. St. van 2 Mei 1585 werd jhr. Maximiliaan de Hornes, heer van Loeres, gecommitteerd tot gouverneurevenwel bij provisie (10). De benoeming van Willem de Hertaing heer van Marquette -- die inmiddels het gouvernement van Bergen-op-Zoom aanvaardde liad geen voortgang. In den loop van het jaar 1586 ontving Ostende een sterk garnizoen van het Engelsche secours. Vandaardat vooreerst Engelschen tot gouverneur benoemd werden. De eerste hunner was John Conway (11). (1) Blijkende o. auit Res. H. 49 December 1583. (2) Res S. G. 17 April 1584. Ingevolge Res. S. G. 20 April 1584 werden dientengevolge nieuwe commissiën verleend. Voor het garnizoen, waaronder reeds muiterij was voorgekomen, werden groote betalingen verstrekt door de Staten van Holland (Res. H. 6 April, 8 en 10 Juni 1584; over het muiten zie Res. S. G. 31 Maart 1584). (3) Res. S. G. 23 Augustus 1584. Het regiment telde 7 vendelen te Ostende. (4) Blijkens Res. R. v. St. 2 Mei 1585. »Ten respecte van zijne ghetrouwe diensten" werd hij vereerd met »5 oxhoof oft 3 pomsons wijns" (Res. R. v. St. 9 Augustus 1584). (5) Blijkens Res. S. G. 11 Juli 1584 en Res. R. ',v. St. 21 Maart 1585. Boven de emolu menten van 2 compagnieën te voet, ontving hij als vice-admiraal 100 en als gouverneur van Ostende 300 ter maand (Res. R. v. St. 27 November 1584). Tijdens zijn bestuur had wederom muiterij plaats (Res. R. v. St. 5 Januari 1585). (6> Voornamelijk omdat de admiraal zich minachtend over hen had uitgelaten (Res. R. v. St. 25 Februari 1585, folio LXXX). (7) Res. R. v. St 26 Februari 1585. Later werd Treslong gevoerd naar Holland, waar hij wel gevangen bleef, maar Dgetracteert als Edelman" (Res. H. 11 April 4585). Den 19 Juni 1585 werd hij door den Hove van Holland onschuldig verklaard, doch in geen zijner waardigheden hersteld. Door Prins Maurits werd hij 22 Januari 1592 benoemd tot zijn luitenant-houtvester of jagermeester van Holland, op 14 Augustus 1593 tot zijn luitenant-groot-valkenier van genoemde provincie. (8) Res. R. v. St. 27 Februari 1585. (9) Res. R. v. St. 13 Maart 1585. Kapitein Morquin overleed korten tijd later en zijne com pagnie ging over op Dominicus de Maulpas gezegd d'Ailleur (Res. R. v. St. 29 Juni 1583). Om de ongeregelde betaling had dikwerf, ook vroeger en later, muiterij plaats (Res. R. v. St. 20 en 27 Februari, 11 en 24 Juni en Res. H. 25 Augustus 1585). Tijdens het gouvernement van kapitein Morquin was een twist met kapitein Landas zoo hoog gerezen, dat de stad daardoor »lichtelick soude moghen »in eenigh dangier gheraecken". De kapitein Landas was daarop met zijn vendel naar de vloot gezonden (Res. R. v. St. 9 April 1585). Een keer was het den vijand werkelijk gelukt bij nacht binnen Ostende te komenmaar hij werd er weer met groot verlies uitgedreven (Res. R. v. St. 31 Maart 1585). By Res. S. G. 2 Januari 1612 werd de kapitein d'Ail leur op 30 ter maand geappointeerd onder de compagnie van graaf Hendrik Frederik van Nassau. (10) Op verzoek van den heer van Locres nopens het gouvernement om zijn regiment met eenige compagnieën te vermeerderenantwoordde de Raad van Statebij Res. van 21 Maart 1585, dat wijlen de Prins van Oranje indertijd den heer van Treslong slechts bij provisie benoemd had in afwachting eener definitieve benoeming van den heer van Marquette. De zaak van het gouvernement zou later geregeld worden, maar het regiment mocht tot 5 vendelen worden uitgebreid. De heer van Locres ontving een traktement van 300 ter maand (Res. S G. 3 September 1590). (11) Comm. R. v. St. 25 December 1586, op een traktement van 400. (Zie mede Res. S. G 3 September 1590).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1911 | | pagina 263