a. GARDE VAN PRINS WILLEM VAN ORANJE.
15721584.
1572. De Staten van Holland bieden den Prins van
Oranje eene lijfgarde aan van 4 officieren en 30
hellebardiers (1).
1574. Jhr. Alexander de Zoete de Lake gezegd Haul-
tain ontvangt commissie van den Prins van Oranje
als „capitaine sur la garde de Son Excellence de
150 piétons" (2).
23 Februari 1575. De sterkte der garde bepaald op 100 hoofden.
1 Maart 1575. De sterkte nader bepaald op 12 of 13 officieren en
100 soldaten, benevens 24 hellebardiers (3).
1580. Sebastiaan du Cret, kapitein van de garde (4).
16 Juni 1581. De Staten-Generaal bestemmen tot garde te paard
van den Prins van Oranje de vaan ruiters van
Guillaume de Preit, gezegd Barchon, heer van
van Neufmancy (5).
Met den dood van Prins Willem (10 Juli 1584) hield de dienst als
garde, zoowel te paard als te voet. als zoodanig op (6). Slechts een
aantal hellebardiers bleef in dienst van Graaf Maurits (7).
GARDE VAN PRINS MAURITS.
1584. De lijfgarde blijft op eene sterkte van 24 helle
bardiers (8).
22 Juli9 Augustus Het aantal hellebardiers wordt gereduceerd van
1586. 24 op 16, gerepartieerd op Holland en Zeeland (9).
4 April 1588. De compagnie van 300 hoofden van den Prins
wordt gereduceerd op 160 hoofden en verheven tot
garde. Deze komt onder bevel van kapitein Louis
de Landas (10).
(1) Ad 288 per maand, n.l. de 4 officieren (3 rottemans of rotmeesters en 1 fourier), elke
tot 12, de 30 hellebardiers tot 8 (Res. H. 28 Augustus en 29 September 1574).