264 den kolonel evenwel aanbevolen, tot de geldzaken zouden geregeld zijn (Res. S. G. 5 October 1580). Bij Res. S. G. 46 Juni 1581 ontving de kolonel commissie als commandant van 30 soldaten te paard. In 1584 deed de kolonel wederom moeite om aan het hoofd van een regiment te komen, waartoe hij onder zich vereenigd had 5 oude compagnieën EDgelschen en 80 paarden (Res. S. G. 26 Januari 1584). De Staten van Holland verzetten zich tegen de betaling dezer troepen, tenzij ze geplaatst werden op de legerlijst (Res. H. 5 Mei 1584). Hieraan werd gevolg gegeven, echter onder reductie van 2 compagnieën (Res. S. G. 15 Mei 1584). Bij Res. S. G. 19 Mei 1584 zou de kolonel Morgan, boven het traktement van kapitein over 2 vendels, nog 100 ter maand ontvangen als kolonel bij provisie, tot zoolang omtrent het oprichten van een regiment besloten was, terwijl de kapiteinsdie geen vendel haddenop 50 werden geappointeerd onder de twee genoemde vendels de ruiters werden ingedeeld bij de cornette van kapitein Williams. Het kwam evenwel niet tot oprichting van een regiment. Het bleek nader dat het aantal soldaten de 100 niet veel overtrof, terwijl de kolonel ze toch voor een geheel regiment in rekening had willen brengen. Deze soldaten werden vervolgens naar Engeland ingescheept (Res. S. G. 31 Mei en Res. H. 2 Juni 1584). Bij Res. S. G. 2 Juni 1504 ontving de kolonel Morgan commissie als ritmeester over een vaan van 100 lansiers. In het laatst van 1584 bracht de kolonel Morgan weder compagnieën over uit Engeland. Deze waren aangeworven op kosten van de Duitsche endeWaalsche consistorieën te Londen, met de be doeling om het garnizoen van Antwerpen te versterken. Na het verlies dezer stad, werden wel nogmaals pogingen in het werk gesteld om het regiment te herstellendoch zulks gelukte evenmin als bij vroegere gelegenheden (Res. S. G. 2 Juli 1585). (2) In het voorjaar van 1574 werd door Holland een regiment Engelsclien onder kolonel Edward Chester in dienst genomen (Res. H. 21 September en 24 October 1574). Dit regiment werd reeds 3 Juni 1574 afgedankt. (Nav. XLVII). De kolonel Chester, die hier te lande bleef, overleed in 1577. (3) Res. S. G. 8 Mei 1578. De naam wordt in vele resolutiën zeer verschillend gespeld, o.a. in die van de St. G. van 8 Mei 1578 Chanundis, van 16 Juli Cauditz en Candich, enz. Wegens slechte betaling begon het regiment te muiten, waarop het werd gereduceerd tot 3 compagnieën, onder bevel van den luitenant-kolonel (Res. S. G. 23 Februari 1579). Ook Schotsche soldaten be gonnen om gelijke redenen te muiten. Voor de betaling der muitende Engelsclien en Schotten was noodig een bedrag van 100.000 (Res. S. G. 4 Maart 1579)de Prins van Oranje ver klaarde: »que Ion a passe monstre des compaignies angloises et escossoisses sans leur donner ung solz, de sorte que n'ayants argent ny que manger, faict a craindre quelz se desborderont leur serment a la ruyne du paisant et plat pays(Res. S. G. 14 Mei 1579.) Het gevolg was, dat allen verliepen. (4) De naam wordt in de resolutiën verschillend gespeld, als Norwick, NorreysNorrits enz. Volgens Ferguson's »Scots Brigade" moet de naam gespeld worden Norris. In het afre- keningboek der Staten-Generaal N°. 8338 fol. 205 e. v. (Algemeen Rijks-Archief) onderteekent hij zelf J. Noureys. Het in 11 vendelen verdeelde regiment trok in 1580 naar de Noordelijke provinciën (zie de af rekening in N°. 8338 bovenvermeld, fol. 205 e. v. dd. 1 Augustus 1580 tot 1 April 1582; de sterkte bij onderscheidene monsteringen bedroeg op 23 Juni 1581 =1912 hoofden, op 23 September 1581 1966 hoofden en op 15 November 1581 =1312 hoofden, behalve de ruiters van kapitein Williams en kolonel Morgan). Enkele compagnieën waren in Doornik achtergebleven onder bevel van Raphael Cromwell (Res. S. G. 16 en 29 Juni en 8 Juli 1581). Zie over R. Cromwell voorts de Res. S. G. 15 December 1583 en 21 Januari 1584 en Res. H. 21 Maart 1584. (5) Res. H. 3 en 6 November 1580. Norris wordt sinds dezen tijd in de resolutiën zoowel kolonel als generaal betiteld. Het regiment van den veldoverste bestond, volgens Res. H. 11 Maart 1581, uit 11 compagnieën, waaronder twee van Wolter Hegeman, en eene compagnie te paard. In October van dit jaar kwamen nieuwe compagnieën uit Engeland te Rotterdam aan. (Res. H« 31 October 1581). (.6) Blijkens Res. S. G. 6 September 1583 waren nog 32 vendelen en 2 vanen Engelsclien in Staatsclien dienst. Ingevolge Res. S. G.13 September 1583 had eene reductie plaats tot 10 vendelen 150 man en 1 compagnie van 100 paarden, gevolgd door de Res. S. G. 15 November 1583, dat Norris hierover zou wezen kolonel-generaal.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1911 | | pagina 278