6 Mei 1583. 23 December 1583. 18 Juni 1584. William Benton, kolonel bij provisie (9). David Boyd (10). Baetholomew Balfoue (11). Het regiment werd gelicentieerdingevolge Bes. S. G. 7 Mei 1588 (12). Terstond werden evenwel nieuwe compagnieën Schotten geformeerdwaarover Baetholomew Bal- foub het kolonelschap aanvaardde (13). 266 (1) Navorscher XLVII. Hij werd in April 1574 in een tweegevecht gedood door zijn opvolgerSir Henry Balfour. (2) Res. H. 25 Augustus 1575 en andere. (3) Res. S. G. 6 November 1576. Bij Res. S. G. 30 Augustus, 8 September, 10, 16 en 19 October en 17 December 1577 in dienst gehouden, ter sterkte van de compagnie-colonelle van 250 en 9 compagnieën a 200 hoofden. Res. S. G. 13 December 1578 18 compagnieën. Res. S. G. 20 December 1577 bijgevoegd 50 paarden onder Guillaume Edmonstone (kapitein 100. luitenant 50, kornet 25, elk ruiter 13 per maand); de sterkte wisselde later meermalen af (Res. S. G. 30 Januari, 18 Juni 1578 en 11 Maart 1579). Over de muiterijen der Schotsche regimentenzie bij de regimenten Engelschen. De kolonel Balfour sneuvelde in Januari 1580 in het Vrije van Brugge. Aan zijne weduwe (Damoiselle veufve de Feu seigneur Henry de Balfour) en zijnen zoon Guillaume werd door de Staten van Holland toegekend bij provisie een pensioen van 800 's jaars (Res. H. 26 April 1581). Lang werd hiervan niet genoten. In Res.° H. 30 November 1581 wordt aangetroffen een order op de afkorting van de traktementen en daarbij heet het: »aengaende het tractement bij provisie ende tot wederseggen toe, geaccordeert aen den soon van Balfour, hetwelck in Pensioen sijnen vader was geaccordeert; is verklaert, het tegenwoordigh jaer Pensioens betaelt sal worden, mits dat daarmede het selve Pensioen zal cesseren." (4) Evenals Balfour, genoemd in verschillende resolutiën van Holland. (5) Res. S. G. 19 Juni 1578. Wegens slechte betaling had telkenmale muiterij plaats, ook toen het regiment te Brussel in garnizoen lag (Res. S. G. 16 en 22 December 1578, 4 Maart en 17 Augustus 1579; 25 Mei; 2 en 30 Juni 1580 enz.). In 1581 kwam het in betaling van Holland (Res. H. 17 en 19 Januari; 17 en 21 Maart; 4 en 11 Juli 1581; 2 en 22 Juni 1582). (6) Res. S. G. 22 April 1583. De kolonel Stuart werd vervolgens kapitein van de garde van den koning van Schotland. (Res. S. G. 21 en 23 November 1583). Over zijne afrekening zie Res. S. G. 21 en 23 November 1583. Deze geschiedde niet naar zijn zin. Een gunsteling zijns konings zijnde, veroorloofde hij zich represailles door het laten opbrengen van Nederlandsche schepen (Res. S. G. 11 October, 6 November en 28 December 1590). (7) De monstering dezer regimenten wordt voor het eerst gemeld in Res. S. G. 20 October 1581. (8) Res S. G. 22 April 1583. De kolonel Preston werd kort daarna door zijn eigen soldaten vermoord. (9) Res. S. G. 6 Mei 1583. Wordt ook genoemd Benton (Res. S. G. 5 Mei 1583; vergelijk ïFerguson Papers of the Scots Brigade"). Gelijkertijd is in sommige resolutiën sprake van een Schotsche kolonel Sf.ton (o a. Res. S. G. 28 Maart 1584 als Citton). (10) Bij Res. S. G. 23 December 1583 kolonel over de vendels vroeger onder kolonel Preston doch te velde over alle compagnieën Schotten. Bij Res. S. G. 18 Maart 1584 kolonel over alle compagnieën Schotten. Zie voorts over kolonel Boyd de Res. S. G. 13 September, 21 December 1583 en 9 Februari 1584. De kolonel Boyd, die in Brugge in garnizoen lag, ging gelijktijdig met den Prins van Chimay over naar 's vijands zijde. Vele Schotten, meestal katholiek, volgden zijn voorbeeld. De rest werd gereduceerd op lof 2 vendelen onder B. Balfour, broeder van sir Henry (Res. S. G. 15 Juni 1584). (11) Bij Res. S. G. 18 Juni 1584 werd B. Balfour kolonel van de Schotten, afkomstig uit Yperen en Brugge; zij werden gemonsterd te Biervliet (Res. S. G. 19 Juni 1584). Bij Res. S. G« 30 September 1584 ontving B. Balfour commissie als kolonel over alle compagnieën Schotten in dienst van den lande. In 1585 lag een groot deel van het regiment te Antwerpen. Na het ver-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1911 | | pagina 280