267 lies dezer stad werd de kolonel Balfour belast met het gouvernement van Bergen-op-Zoom alwaar hij met 7 compagnieën in garnizoen kwam (Res. R. v. St. 31 Augustus 1585). De kolonel trachtte voorts om de Schotten, die door den loop der gebeurtenissen in andere garnizoenen ver spreid waren geraaktonder zijn regiment te vereenigen. De Staten van Holland verklaarden bij ROS 16 November 1585 hieromtrent het volgende: »Alsoo bevonden werdt dat in de com- „pagnien, wesende in guarnisoen binnen den Lande van Hollandt onder anderen eemge soldaten «wesende van de Schotsche Natie, in dienst gehouden worden, tegens alle goede knjghs-ordre, ende jdcn Eedt bij de capiteijnen dies aengaende gedaen: Hebben de Staten van Hollandt ende gedepu teerden van Zeelandtbelast ende geordonneert belasten ende ordonneren bij desen alle capiteijnen guarnisoen houdende binnen den voorn. Lande van Hollandt ende Zeelandt, ende staende tot taste van den selven Lande, uijt haren dienst te ontslaen alle de soldaten, wesende van de «Schotsche Natie, op poene dat andersints de selve in de aenstaende Monsteringhe met gepasseert, «nochte de selve eenige betalinge gedaen sal werden". Zie voorts afrekeningboek Staten-Generaal N°. 8338 fol. 1 en 10betreffende de afrekening van den kolonel en volgende folios (tot en met 82) betreffende die van de andere Schotsche kapiteins tot 30 April 1588 (Algemeen Rijks-Archief). (12) Volgens den staat van oorlog van 1587 behoorden toen tot het regiment een compa0me colonelle van 200 en 11 compagnieën van 150 hoofden. T (13) Bartholt Balfour, compagnie-colonelle van 200 hoofden (comm. R. v. aio (1 kapitein, 1 luitenant, 1 vaandrig, 2 sergeanten, 3 korporaals, 2 tromslagers, 1 pijper, 1 founer, 1 chirurgijn, 27 musketiers, 73 harquebussers63 spiessen en 18 hellebardiers). De overige compagnieën kregen eene sterkte van 130 hoofden. William Brog werd sergeant-majoor van de Schotten (Comm. R. v. St. 11 Juli 1588). Over de afrekening met de Schotsche kapiteins en andere officieren, loopende over de jaren 1585 tot 1568, zie N°. 8338 Archief Staten-Generaal, fol. 1—82 (Algemeen Rijks-Archief).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1911 | | pagina 281