270 In de Resolution van Holland gedurende de eerste jaren van den op stand komt het volgende omtrent geschut voor. 6 September 1574:. Kapitein Wouter Mathenes alias Anthuijsen, verzoekt voor Schiedam de teruggave van 3 stukken geschut. Het ant woord der Staten luidt: „ut petitur, nisi causam" (verzoek toegestaan, mits gegrond); 16 en 22 Juni 1575. Lastgeving om van 6000 pond rood koper 12 gotelingen te gieten. 6 Juli 1575. Lastgeving om in Engeland 24 gotelingen te koopen (1 dozijn, schietende 17 of 18 pond ijzer, voor, de schansen, en 1 dozijn, schietende 8 of 9 pond ijzer, op de schepen) en de klok in den Haag tot geschut te gieten. 14 Juli 1575. Accoord met Willem Willemsz.koperslager, en Mr. Willem, „boschgieter", te Delft wegens het gieten van halve cartouwen. 22 en 31 December 1576. Uitleening aan'Utrecht van kruit en kogels noodig tot vermeestering van het kasteel Yredenburg aldaar. Toen dit kasteel in handen der Utrechtenaren gevallen en daarna gesloopt was, bleven volgens Res. H. 23 Februari 1577 van het aanwezige geschut 2 stukken binnen Gouda en 1 stuk binnen Rotterdam, terwijl omtrent de overige 7 stukken bepaald werd, dat zij „binnen een der steden tot behoef van 'tgemeene Landt sullen blijven „geconserveert, het welck bij lotinge die van Dordrecht is toegevallen". 16 April 1577. De Prins van Oranje verzoekt terug te ontvangen 1°. „het stuck Geschuts S. Exc. toebehoorendedaer opstaende is „het wapen van Nassau, met meer andere Geschuts, bij den „van Hohenloe uyt Zeelandt weder overgesonden 2°. „seeckere halve cartouwen bij S. Furstel. Genade, ter begeerte „van de Staten, gesonden binnen Gorcum, tot defensie der selve „steden; 3°. „:t stuck Geschuts staende in de schanse tot Crimpen, S. Furstel. „Genade competerende". In het 9de Boek van Bor is opgenomen het op 23 Juli 1-576 gesloten contract tusschen den Prins van Oranje en Zeeland met Engelsche koop lieden „marchands avonturiers" tot het leveren van 200 Engelsche gote lingen, wegende tusschen de 3500 en 500 pondon. De volgende aanhaling is alleen opgenomen wegens de tamelijk uitge breide omschrijving. Toen Holland en Zeeland vreesden dat Gilles van Berlaymont, heer van Hièrges van plan was hen „met schuijten aen diverse oorten te invaderen"werden terstond uitgerust: „3 Galeien, 13 Roerbarssen, „3 Turf-Ponten en 8 Cager-schuiten met Kruijt, Loot, Lonten, Koogels, „Kettingen, Schuijfsetters, Cruysballen, Lepels, Stampers ende Wis- „sers, Leere Kruitsacken, Koehuijden, Schaapsvachten, Voorslagers., „Moscuylen, Props, Musquetlooden, Laden om Cardoezen in te leggen,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1911 | | pagina 284