De eerste hand vuurwapenen kwamen in het begin der 14de eeuw in gebruiknog vóór het einde dezer eeuw verscheen daarnaast het grof geschut, hetwelk de bediening van meer dan een man vereischte. Aanvankelijk onderscheidde men hier te lande twee soorten: de lood- bussen en de steenbussen. De eerste soort, slechts bestemd om het harnas der zwaar gewapende krijgslieden te doorboren, bestond uit een gesmeed ijzeren buis met ge bogen staart, die bij gebruik van het wapen uit de hand, op den schou der van den schutter werd gelegd, en wanneer het op de muren of torens eener veste kwam te liggen, als richtspaak diende. Uit deze bussen werden looden kogels geschotenwaarom zij den naam van loodbussen kregen. Het zundgat, tot diep in de 18de eeuw laadgat geheeten, was meestal geboord op de rechterzijde van het wapen boven een laadpannetjebestemd om het ontstekingskruit te ontvangen. Latertoen deze bussen in een houten lade misschien wel de zuil van een armborst gelegd werden, bevestigde men bij het zundgat een ijzeren of koperen S, eenigszins den vorm van een slangetje of serpentje nabootsende, om het midden beweegbaar, aan het boveneinde gespleten, ten einde een stukje brandend zwam of lont te kunnen vastknellen. De op deze wijze voor het voetvolk ingerichte vuurwapenen noemde men in 1456 knipbussen. In dit jaar verschenen zij voor het eerst onder deze benaming te Zwolle. In het laatst der 15de eeuw waren zij vrij algemeen in gebruik. In de volgende eeuw schijnt de knipbus, door den meer en meer toenemenden invloed van het Bourgondische bestuur haren naam tegen dien van „couleuvrine"door ons volk tot colven en caliber verbasterd, te hebben moeten verwisselen. Een ander wapen, dat ook van de eenvoudige gestaarte loodbus af stamde, kwam nevens de knipbus te voorschijn, doch met voorbeschikt- heid om langer in het leven te blijven: namelijk de haakbus, die haar ontstaan te danken heeft aan het zoeken naar een middel om den sterken terugstoot van het vuurwapen onschadelijk te maken. Een stevig stuk ijzer aan het voorste gedeelte der bus gesmeed, waarmede men deze tegen de buitenzijde der muur haakte, bleek aan de verwachting te beantwoorden. Deze haakbus moet in het midden der 15de eeuw in het leven geroepen zijn. Men had weldra koperen, bronzen en ijzeren

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1911 | | pagina 309