16 Infanterie. Vier tercio's (regimenten)elk onder een maestro de campo (kolonel)n.l. tercio van Lombardije onder don Sancho de Londogno, 10 compag nieën, 2000 man; en tercio van Napels onder Alfonso de TJlloa 19 compagnieën3500 man tercio van Sardinië onder don G-onzalo de Bracamonte, 10 compag nieën, 1600 man; tercio van Sicilië onder Julian Romero, 10 compagnieën, 1500man te zamen (ongeveer) 8800 hoofden: makende met de cavalerie een totaal van ongeveer 10.050 man (1). Op 25 Juni van het jaar 1567 vertrok dit leger uit Asti in drie afdeelingen de voortocht (avant-garde) onder het persoonlijke bevel van den hertog, de midden tocht (bataille) onder dat van zijn zoon don Frederik van Toledo, de achtertocht (arrière-garde) onder Chiapini Vitelli, markies van Cetona, veldmaarschalk. Het nachtkwartier van waar een afdeeling des morgens vertrokwerd 's avonds door de volgende afdeeling betrokkende laatste afdeeling door den tros. Tot den tros behoorden de bijzitten en jongens, door den hertog op militaire wijze gesteld onder een eigen commandant, die den titel voerde van „rumoermaker"voorts waren zij ingedeeld in vier compagnieën, n.l. 1 compagnie vrouwen voor edelen en kapiteins, 1 compagnie voor mindere officieren en 2 compagnieën voor de soldaten. Onderweg werd het leger nog versterkt door 4 compagnieën Bourgon dische ruiters, die deel hadden genomen aan den oorlog in Frankrijk. Yele edelen en vrijwillige avonturiers voegden zich bij den hertog. Tot zijn staf behoorden zijn natuurlijke zoon don Ferdinand van Toledo G-abriel Serbelloni als generaal-veldtuigmeesterFrancisco Pacieco als vestingbouwkundige en Francisco Ibarra generaal der vivres. In de eerste helft van Augustus kwam het leger in de Nederlanden, op den 9den dier maand de hertog te Brussel. Het leger werd derwijze over eenige steden in Brabant en Vlaanderen verdeeld, dat het binnen enkele dagen bijeengetrokken kon worden (2). (1) Bij elke compagnie waren ingedeeld 15 musketiers; met dezen deed het musket zijn intrede in de Nederlanden. (2) De indeeling en de sterkte van het leger zijn ons welwillend verstrekt door den directeur van het »Archivo general de Simancas" D. Julian Paz (Sria de Estado, Leg'' N°. 535, page 185). Zijn opgave was vergezeld van de navolgende stukken Sria de Estado, Leg0 N°. 535, page 49. Aanwijzing aan commissarissen in de Nederlanden be treffende de troependeelendie zij naar verschillende garnizoenen hebben te geleiden. Item, page 51. Verdeeling van het leger over de garnizoenen. Item, page 182 en 184. Namen der bevelhebbers en sterkte van de 14 afdeelingen »gens d'armes1' (totaal 570) en van de 14 benden van ordonnantie (totaal 3000), van de ridders van het Gulden Vlies, zich bevindende in de Nederlanden, van de gouverneurs der provinciën en de gouverneurs der steden Sria de guerra mar y tierra Leg0 N°. 72. Bestelling van vaandels en standaards.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1911 | | pagina 30