296
haakbussen. De laatste waren gesmeed en alle, behalve de haak, voor
zien van een staart, aanvankelijk van hout, later van ijzer.
Omstreeks denzelfden tijd 1450) werd het korrelen bij het meel-
kruit ingevoerd; de algemeene naam van donderkruit verdween als gevolg
der vervaardiging van verschillende soorten voor eiken bijzonderen vorm
van geschut, waardoor men dus verkreeg bus-, serpentijn-, haak- en
knipkruit. Als maatstaf voor de lading diende in het algemeen ''/5 van
het kogelgewicht.
Het kruit werd met blikken maten afgemeten, door trechters in de
bus gestort en met een laadstok, stamper of stempel genaamd, aangezet.
De schutters (schuttenharquebusiersharquebusen) warenevenals de
met knipbussen gewapendenvan een lederen tasch voorziendie met
een gordel om het lijf werd gedragen. Zij hadden daarbij ijzeren laad
stokken (1), een ijzeren kogelvorm, een kruit- en een kogelhoorn.
De haakbussen waren verdeeld in:
a. halve hakenschietende een kogel van 1 tot 2 lood (1 lood 32
in een pond 0,0154 KG-.); kaliber ongeveer 15 mM.
b. heele hakenschietende een kogel van 2 tot 4 loodkaliber ongeveer
18,75 mM. (2);
c. dubbele- en dubbele dubbelhaken van 4 tot 8 en 18 lood, alzoo
meer behoorende tot het grof geschut. De dubbelhaken hadden
een kaliber van ongeveer 23,75 mM.
De soorten waren duidelijk van elkander onderscheiden. De lichtste
zeker de halve- en wellicht ook de heele hakenbestemd voor het voet
volk lagen in ladenhadden door deksels gesloten laadpannen en waren
van lontsloten voorzien. Tot steun hadden zij een vork noodig. De
zwaardere werden op schragen afgeschoten en bleven meer uitsluitend
in den vesting-oorlog dienen.
Ter beveiliging tegen roest en verweeren werden zij met een dikke
laag verf bestreken en vernist.
Toen de Noordelijke gewesten in aanraking kwamen met het Bour
gondische vorstenhuis, bestonden de draagbare schietwapenen bij het
Bourgondische leger uit „couleuvrines a la main", bij ons handbussen
of handroeren genoemd. Zij hadden nog geen beslissend overwicht op
den boog en armborst verkregen. In 1467 kwam te voorschijn de
„coulevrine a crochet", met een gewicht van 31 pond, dus een halve
eeuw later dan onze haakbus.
Hertog Kabel de Stoute ging over tot de organisatie van een troep
geregelde infanteriediehoewel zeer onvolkomentoch voldeed.
(1) De ijzeren laadstok was sedert 1436 in gebruik.
(2) Opmerkelijk is hetdat dit kaliber later voor het gladloops infanterie-geweer der meeste
legers aangenomen is.