de slang van 12 pond
lang 14 i voet
korte slang 12 11
veldslang SI 12
sacre (vierendeel slang) 6i 10
Hierbij kwam nog een mortier van 35 c.M.bestemd om steenen te
werpen. De vuurmonden waren van brons en vormden een afgeknotten
kegel, die door banden in bodemstuk, tappenstuk en langeveld verdeeld
was. Behalve bij den valk, hadden alle ooren den vorm van dolfijnen.
De mortier had geen ooren, doch een ring aan de kulas (1).
In Nederland maakte men vuurmonden van grooter kaliber. Men
had er destijds
de dubbele kartouw van 96 pond, lang 17 kalibers, wegende 6016 KG.
gewone 48 18 3384
halve 24 19 of 20 2021
kwart 12 24 1269
achtste 6 of 9 20 987
onderscheiden in wettige of legitime, buitengewone die langer, en
bastaarden die korter waren, bovendien nog van vermeerderde of ver
minderde metaaldikte en verschillen in de kamers.
In ditzelfde tijdperk deed ook het gietijzer zijn intrede. Vermoedelijk
is het gieten van ijzeren geschut voor het eerst met goed gevolg in
Engeland gelukt; in het jaar 1543 bood Hans Colderman zijne diensten
aan tot het leveren van ijzeren geschut, dat in Luik gegoten werd.
Tijdens de regeering van Karel V richtte men te Mechelen een groot
tuighuis op, waaraan een geschutgieterij werd toegevoegd. Van dien
tijd dateert het gebruik der Mechelsche voetmaat bij de vervaardiging
van artillerie-materieel.
Bij een besluit van den keizer van 5 Mei 1519 werd aan de busmeesters
en vuurwerkers gelast het geheim van hun vak te bewaren.
In het roemrijke tijdperk onzer geschiedenis ten tijde van de prinsen
Maurits en Frederik Hendrik was onder hunne bekwame leiding in
schier alle takken van het krijgswezen, niet het minst in de artillerie,
belangrijke vooruitgang merkbaar.
302
valk 5 91
(1) In 1544 werd te Utrecht een kanon gegoten ter lengte van ruim 5 meters, met een kaliber
van ruim 12 c.M dragende liet inschrift
BreeckScuret, Al Muer Ende Wal
Bin In Geheten
Door Berch En Dal Boert Meinen Bal
Van Mi Gesmeten.
Door keizer Karel V geschonken aan koning Hendrik VIII van Engeland, stond het kanon
later algemeen bekend onder den naam van het zakpistool van koningin Elisabeth. (De Militaire
Spectator 1864, bladz. 801.)