21
Ook andere provinciën in het Noorden ontplooiden de vaan des oproers;
maar het Spaansche gezag werd al spoedig in die gewesten hersteld. Op
het einde van 1572 bleef de opstand tot Holland en Zeeland beperkt (1).
Blijkbaar had de Peins van Oranje rustig het door hem gunstig
geoordeelde oogenblik tot ingrijpen afgewacht. Dit bleek uit de snelheid
waarmede een leger gereed stond om ook de Zuidelijke gewesten, toen
deze in opstand kwamen, te ondersteunen.
Enkele weken na de verovering van den Briel, namelijk op 24 Mei 1572,
verraste graaf Lodewijk van Nassau de vesting Mons, waarvoor de
Spanjaarden aanstonds het beleg sloegen (2).
Ten einde zijn broeder te ontzetten verzamelde de Prins van
Oranje eene krijgsmacht, waarmede hij den 8sten Juli bij Duisburg
over den Rijn trok en welke op 23 Augustus d. a. v. bij Hellenraede
werd gemonsterd.
De poging was tevergeefs. Den 19den September moest graaf Lode
wijk capituleerende Prins was genoodzaakt zijn leger af te danken (3).
Nog éénmaal werd een leger verzameld om een inval te doen in de
Oostelijke gewesten. Het doel was om na het verlies van Haarlem (14
Juli 1573) en het ontzet van Alkmaar (8 October d. a. v.) de Spanjaarden
het beleg van Leiden te laten opbreken. Middelerwijl had don Louis de
Requesens den hertog van Alva als algemeen landvoogd vervangen (4).
Zijn bestuur ving aan met het verlies van Middelburg (18 Februari 1574) (5),
als gevolg waarvan de Prins van Oranje meester werd van de zee en van
de vaart op de Schelde. G-raaf Lodewijk verzamelde tusschen Aken en
Maastricht 6000 voetknechten, over welke hij zelf het bevel voerde en
3000 ruiters onder Christoffel van de Paltz hertog van Beijeren. Graaf
Lodewijk, zijn broeder Hendrik en de hertog sneuvelden den 14den
April 1574 op de Mookerheide.
De Spanjaarden hervatten het beleg van Leiden. In elk geval bewezen
de mislukte pogingen, dat men de eenmaal zoo gevreesde Spaansche
krijgslieden onder de oogen durfde zien. Het ontzet van Leiden (3 Oc
tober 1574) deed de Spanjaarden Holland en Utrecht ontruimen.
Inmiddels was in Juli 1572 de eerste vrije vergadering van afgevaar-
(1) In Tome III (lettre CCCLXXVI) der 1 Archives de la Maison d'Orange Nassau" worden
opgenoemd »les villes que Monseigneur le Prince tient a sa dévotion aux Pays-Bas" dd. 7 Juli
1572. Zie Aanteekening N°. 2.
(2) Zie Aanteekening Nü. 3.
(3) Zie Aanteekening Nü. 4.
(4) Zie Bijlage lb.
(5) 't Was gedurende dit beleg van Middelburg, dat Gabriel Fourmennois de door Marnix
van St. Aldegonde vertaalde woorden van het Wilhelmus van Nassauwen", ten behoeve der
talrijke Walen vóór Middelburg weêr in het Fransch overbracht
Gvillelmus Ion m'appelle
De Nassau sans remord etc.