26 kostte somwijlen groote moeite om tot overeenstemming te gerakenhet was niet aan eiken bevelhebber gegeven om den knoop door te hakken en persoonlijk de verantwoording te aanvaarden. Initiatief en persoonlijk verantwoordelijkheidsgevoel in den goeden zin werden in geenen deele bij het leger der Republiek aangekweekt; trouwens evenmin gedurende de veldtochten van latere eeuwen. De geneeskundige verpleging werd vooral in de eerste jaren over gelaten aan de stedelijke autoriteiten of aan het particulier initiatief. In Holland werden reeds in 1574 chirurgijns door de staten aangesteld (1). De aanvang of oorsprong van het leger der Republiek van de Yer- eenigde Nederlanden dagteekent van de eerste geregelde krijgsmacht in de provinciën Holland en Zeeland. Naarmate de vrijwording van de overige Noordelijke gewesten werden ook elders troepen in dienst ge nomen, die overeenkomstig de Unie van Utrecht (1579) in nauw verband met elkander stonden. Geenszins was dit het geval met het leger, door de Staten-Generaal in de Zuidelijke provinciën kort vóór en na het sluiten der Pacificatie van Gent samengesteld (1576), hetwelk later door den afval van som mige en de verovering door den vijand van andere gewesten geheel werd opgelost. Nimmer hebben Holland en Zeeland toegegeven aan het verlangen van genoemde Staten om hunne troepen in het Staatsche leger te doen opgaan. Dit kwam hen later goed te pas; dientengevolge behielden zij daarover de volle beschikking, toen de voormalige Zuidelijke bondgenooten in vijanden verkeerden. Niettemin maakten later vele hoogere en lagere bevelhebbers, enkele vreemde en inlandsche korpsen van het voormalige Statenleger deel uit van het leger der Republiek, zoodat eenige aanteekeningen omtrent de- opkomst en het verloop van eerstbedoeld leger mede in dit overzicht eene plaats behooren te bekleeden. Bij de behandeling van de afzonderlijke wapensoorten zal in meer bijzonderheden worden getreden dan hier ter plaatse tenzij tot ver duidelijking wenschelijk voorkomt. De oorlog bleef zich aanvankelijk bepalen tot de verdediging van plaatsen. Het land daarbuiten was in de macht des vijands en de ge meenschap kon slechts met moeite onderhouden worden, behalve op het water, waarvan men uitmuntend partij wist te trekken. Roemrijke scheepsgevechten werden geleverd en bewezen op dit gebied de meer derheid der Hollanders en Zeeuwen boven de Spanjaarden. Zoo viel (1) Zie Aanteekening N°. 8.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1911 | | pagina 40