Eveneens waren door Sonoy in Hamburg en Bremen betrekkingen aangeknoopt met uitgeweken Fransche hugenoten, die door Antoine de la Garde tot compagnieën vereenigdzich jegens Holland verbonden. De eerste Engelsche en Schotsche vendelen traden in dienst van Zee land. Eerstgenoemde vendelen waren in April 1572 aangeworven door jhr. Johan VAN Cuijck, heer van Herpt, en ten getale van tien onder bevel van sir Humphrey Gilbert naar Zeeland overgebracht. Yeel nut heeft dit korps niet bewezen; in het begin van 1573 keerde sir Humphrey naar Engeland terug. De eerste commissie van den Prins van Oranje voor een regiment Engelschen ten name van sir Thomas Morgan dagteekent van 9 Mei 1573. Onder hem stond als luitenant-kolonel de beruchte Roelant Yorke een verrader van beroep voor vriend en vijand (1). Een ander regiment Engelschen stond onder kolonel Edward Chester, die in het voorjaar van 1574 soldaten en wapens, als roers, harnassen, spiessen en ander geweer voor 900 hoofden naar Holland had overge bracht (2). Het regiment werd 3 Juni 1574 afgedankt (3). Enkele com pagnieën, onder welke van den kolonel Chester, bleven tot Juni 1577 alhier en werden toen afgedankt (4). Al spoedig kwamen ook Schotten in Zeeland. Jhr. Karel van Boisot, gouverneur van Ylissingen, en Junius de Jonge, gouverneur van Veere, ontvingen op 9 September 1573, van den Prins van Oranje, commissie om met hen te onderhandelen (5). In Holland was Andrew Ormiston in de jaren 1573 en 1374 kolonel van 10 vendelen Schotten. Hij werd in April 1574 gedood door sir Henry Balfour, die hem als kolonel opvolgde (6). 28 (1) Navoischer XLVIIThomas Morgan, gentilhomme Anglois commission de couronnel de six enseignes des soldats anglois." ibid 19 April 1573 «Roelant Yonc, commission de Lieutenant Couronnel soubz Morgan." (2) Res. H. 21 September en 21 October 1574. Het medebrengen van wapens was een uitzondering. De meeste vreemde troepen moesten hier te lande van wapens voorzien worden. Gedurende het eerste beleg van Leidon (29 October 1573—21 Maart 1574) liepen Chester's hoplieden over naar den vijand, behalve Raphael Cromwell, wien later voor zijn onderhoud 24 per maand werd toegelegd (Res. H. van 9 Juli 1575). Ook kreeg hij een compagnie, in eede aan de Unie van Utrecht, die evenwel in 1580 werd afgedankt, waarop hij, met aanbevelingen der Staten van Holland naar Vlaanderen toog om aldaar dienst te zoeken (Res. H. van 16 Januari 1580, 10 Juni en 6 Juli 1581). Het teeken beteekent pond. Een pond had dezelfde waarde als een gulden; de gulden telde 20 stuivers, de stuiver gold 12 penningen. (3) Navorscher XLVII: aPasseport, comme le couronnel Eduard Cester, gentil homme anglais nous at faict remonster la desir qu'il a de se retirer avec ses soldats en Angleterre." (4) Res. H. van 13 April, 20 Mei en 27 Juni 1577. De kolonel Eeuwaert Chestre werd door de Staten van Holland bij hunne resolutie van 18 Augustus 1577 met aandrang voor regiments-commandant aanbevolen bij de Staten-Generaal. Hij overleed kort hierna. (5) Navorscher XLVII: nComme ainsi soit que certaing gentilhommes, couronnels et capitaines Escossois se sont offerts de venir et se transporter par dega en Zélande et nous y ammener quelque bonne quantité d'infanterie comme desj& de faict auscuns d'eux sont avec bon nombre de soldats arrivé audite Zélande et autres encores en chemin d'y venir". (6) Zie Aanteekening Nü. 9.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1911 | | pagina 42