43
4°. Res. S. G. 21 September 1576. Philippe, graaf van Egmond,
commissie als kolonel over een regiment van 10 compagnieën (1).
5°. Res. S. G. 5 November 1576. Frederik de Perrenot, heer van
Champaigny, commissie als kolonel over de soldaten van Ver-
duno (waarschijnlijk bedoeld Franqois Verdugo) en Mario Cor-
duino (2).
6°. Res. S. G. 6 November 1576. In dienst genomen het regiment
Schotten van 12 compagnieën onder kolonel sir Henri Balfour (3).
Tot de nieuw aangenomen korpsen te paard, behoorden
1°. Res. S. G. 28 Juni 1577. Honderd vijftig paarden onder Barthold
Entens van Mentheda, chef van een der regimenten van het
secours van den Prins van Oranje (4).
2°. Res. S. G. 19 en 22 Augustus 1577. Drie honderd paarden onder
George van Holstein, luitenant van Barthold Entens (5).
3°. Res. S. G. 21 Augustus en 11 September 1577. „400 chevaulx
reyters pistoliers noires harnats" onder Maximiliaan van Cruy-
ningen, heer van Heen vliet, tegen een aanritsgeld van £3000(6).
Het jaar 1576 had reeds een geweldige verandering gebracht in den
algemeenen toestand dezer landen; niet minder merkwaardig was het
volgende jaar wegens den feitelijken overgang van het staatkundig beleid
in handen van den Prins van Oranje.
Op den 9en Januari 1577 werd de eerste Unie van Brussel gesloten.
Dit verbond was niet in strijd met de Pacificatie van Gent en de meeste
provinciën traden toe; Holland en Zeeland niet.
In de volgende maand (12 en 17 Februari) sloten de Staten-Generaal
het „Eeuwig Edict" met don Juan van Oostenrijk, den Spaanschen
landvoogd „pour l'apaisement des troubles suscités esdits pays par la
gendarmerie étrangère" (7). Dientengevolge ontruimde op 26 Maart de
Spaansche bezetting het kasteel van Antwerpen, werden alle Spaansche,
Italiaansche en Bourgondische troepen vereenigd en verlieten (26 en
28 April) onder geleide van graaf Pieter Ernst van Mansfeld
Maastricht, daarmede het grondgebied van de Nederlandsche provinciën.
(1) Filips van Egmond was zoon van graaf Lamoraal van Egmond in 1568 onthalsd op
last van den hertog van Alva. Evenals zijn vader was hij prins van Gaveren, doch wordt
zelden onder dezen titel vernoemd. Hij helde over tot de partij van don Ju an Aan Oostemijk;
zijn gedrag ten opzichte van de Staten-Generaal was zeer dubbelzinnig. Bij Res. S. G. van
10 October 1577 werd 40 toegestaan voor elk vaandel van de compagnieën van zijn regiment.
(2) Zie Aanteekening N°. 25.
(3) Zie Aanteekening N°. 26.
(4) Zie Aanteekening N°. 27.
(5) De ritmeester van Holstein werd eerst in 1581 met zijn vaan afgedankt. (Res. Landr.
O. Z. Maze van 10 Augustus 1581).
(6) Zie Aanteekening N\ 28.
(7) G. P. B. IV 53, 57, 59. Don Juan was een natuurlijk zoon van Keizer Karel V en was
opvolger van Requesens in de landvoogdij.