Met Ohristoffel Schenck werd een contract gesloten tot levering van 1000 ruiters. Dezen werden in het kwartier van Lingen gemonsterd en waren op 31 Maart 1578 gereed om te marcheeren: mits het geld beschikbaar ware (1). Velen koesterden groote verwachtingen omtrent de komst van hertog Johan Casimir van de Paltz, een der voorvechters van de hervormden in Duitschland (2). De Staten-Generaal hadden zich reeds den 20en Augustus 1577 tot hem gewend; hij beloofde over te komen (3) maar zonder geldelijke zekerheid bestond daartoe geen mogelijkheid. Hierin werd voorzien door koningin Elizabeth van Engeland, tot wie de Sta ten-Generaal zich evenals tot Frankrijk hadden gewend; zij verklaarde wel geen troepen ter ondersteuning te kunnen overzenden, maar toonde zich genegen om 20000 ponden stelling voor te schietenzoodat de hertog 5000 ruiters en 6000 Zwitsers kon lichten (4). Hoewel de Engelsche fondsen, als gevolg van voortdurend geldgebrek, voor het grootste deel een andere bestemming volgden, werd toch op 22 Maart 1578 het contract met den hertog gesloten, waarbij hij zich verbond om voormeld getal krijgers hier te lande in dienst te stellen (5). Middelerwijl begon graaf van Bossu de in vasten dienst der Staten- Generaal genomen troepen bijeen te trekken. De cavalerie, „bendenvan ordonnantie", onder het opperbevel van Robert de Melun, burg graaf van Gent (6), werd verdeeld in twee regimenten, elk van 4 com pagnieën „hommes d'armes", onder de heeren du Quesnoy en de Grupilly (7). Hierbij zou zich voegen de graaf van Hohenlohe met 41) (1) Res. S. G. van 19 Januari en 9 Mei 1578. Mede werd commissie verleend aan den kolonel Rouble tot het leveren van 700 paarden, waaraan zouden worden toegevoegd 300 paarden van Schenck (Res. S. G. 19 April 1578). Ernst van Haugwitz was luitenant-kolonel bij het korps (Res. S. G. 13 Januari 1579). (2) Geb. 7 Maart 1543, overleden 26 Januari 1592. Zijn oudere broeder Lodewijk(15391583), regeerend vorst, was de vader van Frederik IV (15741610), gehuwd met Louise Juliana, dochter van Prins Willem van Oranje, en de grootvader van Frederik V, koning van Bohemen den aWinterkoning" (1596—1632). Een jongere broeder, Christoffël, sneuvelde, evenals twee broeders van den Prins van Oranje op de Mookerheide. (3) Res. S. G. 6 September 1577. (4) Res. S. G. 7, 8, 16 en 22 Maart 1578. (5) De hertog zou met de nprincescomtesducqë et autres geüs de qualité qui Sont en sa suitte" 20000 tractement per maand ontvangen (Res. S. 6. 20 Juni 15781. 't Blijkt uit eene afrekening met den hertog dat eene Heere-gulden gerekend werd op 15 Batzen, 1 Batze op 2 stuivers en 1 oortje, 1 stuiver op 4 oortjes: dus 1 Heeregulden op 34 stuivers min 1 oortje. (Res. H. 2 Juni 1579). (6) Op een tractement van 1600 per maand (Res. S. G. 20 April 1578). (7) Res. S.G. 25 Juli 1578. Het tractement der beide kolonels, zoomede dat van den heer Voisin als luitenant-generaal der cavalerie, was bepaald op 300 per maand; de wachtmeester (chef du guet), de kwartiermeester en de auditeur ontvingen elk 100, de provoost 60.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1911 | | pagina 63