50 een gevolg van 40 paarden, bevens 100 paarden in soldij van Holland en Zeeland (1). Een rustig verloop zou de vorming van het leger te velde niet hebben. Dit viel geenszins aan den vijand, evenmin aan de slechte verzorging van zieken en gewonden te wijten (2); de hoofdoorzaak lag in onver draagzaamheid betreffende geloofsverschil. Groote spanning ontstond door de gebeurtenissen te Gent, waar Jan van Imbyse en Frans van de Kethulle heer van Ryhovenzich hadden meester gemaakt respectie velijk van het burgerlijk en het militair gezag: en al spoedig de uitoefe ning van den roomschen godsdienst verboden werd (8). In Augustus 1578 kwamen de Waalsche regimenten van Egmond, Capres, Bours, Heze en Montigny „malcontenten" in verzet tegen het gezag der Staten-Generaal. Zij stelden zich onder Emanuel de Lalaing, heer van Montigny. Nadat de Waalsche gewesten ArtoisHenegouwen en Doornik zich nauw met elkander verbonden hadden - Unie van Atrecht6 Januari 1579 volgde de onderwerping der „malcontenten" (6 April 1579) aan Alexander Farnese, hertog van Parma en Piacenza, die don Juan van Oostenrijk na zijn overlijden was opgevolgd als landvoogd der Nederlandsche gewesten (1 October 1578). Vele aanzienlijken hadden reeds vroeger hunne onderwerping aangeboden (4). In het jaar 1578 was ook ten tooneele verschenen Francois Hercule hertog van Alengon, te vorigen jare door zijn broeder koning Hen drik III van Frankrijk tot hertog van Anjou verheven, die later een grootehoewel niet schitterenderol in de Zuidelijke Nederlanden zou spelen (5). Evenals hertog Johan .Casimir van de Paltz had de hertog van Anjou deelgenomen, afwisselend aan de zijde der katholiekenen der protestanten, aan de godsdienstoorlogendie Frankrijk in het laatste ge deelte der 16de eeuw beroerden. Als gevolg dier afwisselingen, zoo mede van de telkens gesloten en weer verbroken vredesverdragen, waren vele Fransche protestanten in dienst getreden van de tegen Spanje in opstand en verzet gekomen gewesten: in het laatst van 1576 een geheel korps, dat vroeger onder de bevelen van den hertog van Alengon had gediend (6). (1) Zie Aanteekening N°. 36. (2) In steden nabij het kamp werden huizen ingericht om zieken en gekwetsten op kosten van den staat te verzorgen (Res. S. G. 9 en 41 Augustus en 8 September 1578). (3) De onrust te Gent vermeerderde op 10 October 1578 door de komst van den hertog Johan Casimir. De Staten-Generaal vonden zijn gedrag zeer dubbelzinnig; men haakte er naar om hem en zijne troepen kwijt te rakendoch dit kon onmogelijk vóór eene volledige afreke ning geschieden. (Res. S. G. 25 November 1578). In Augustus 1579 werd Imbyse gedwongen om Gent te verlaten. (4) Zie Aanteekening N°. 37. (5) p i» 38. (6) Res. S. G. 22 Januari, 21 en 27 April 1577.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1911 | | pagina 64