bi Een aanwinst vormde de overkomst van Franqois de la Noue, bijge naamd Bras-de-fer, die gerekend werd onder de bekwaamste bevelhebbers van zijn tijd. Hij werd door de Staten-Generaal benoemd tot hun veld maarschalk (maréchal de camp) (1). Na den slag van Gemblours (31 Januari 1B78) had ook de hertog van Anjou zijne diensten aangeboden. Op 12 Juli d.a.v. deed hij, vergezeld van 10 of 12 paarden, zijn intocht te Mons (2), weldra gevolgd door 800 paarden en 8000 voetknechten (3). Terwijl de op eigen gezag gekozen landvoogd, aartshertog Mathias van Oostenrijk, zich nog in den lande bevond, werd aan Anjou den titel verleend van Beschermer der Neder- landsche vrijheid, met verplichting om met een aanzienlijk leger aan den oorlog deel te nemen (4). 't Duurde niet lang of groote ijverzucht ontstond tusschen de hertogen van Anjou en van de Paltz. Alleen de slechte flnancieele toestand van s lands regeering mag tot verklaring dienendat hunne legers meer ongeregeldheden pleegden, dan zich onderscheidden op het oorlogsveld. Den Sen November 1578 dankte de hertog van Anjou zijn leger af. Een gedeelte ging over tot de „malcontenten", de rest keerde in December naar Frankrijk terug. Hertog Johan Casimir mocht tevreden zijn dat hij in Febiuari 1579 van den hertog van Parma vergunning kreeg om ongehinderd met zijn korps uit Brabant naar Duitschland terug te keeren. Ook de Staten braken hun leger opdankten de vreemde korpsen zooveel mogelijk af en zonden de rest naar de garnizoenen. In andere opzichten waren de Staten-Generaal evenmin gelukkig. De graaf van Bossu was ernstig ongesteld, zoodat voorzien moest worden in het opperbevel. Men besloot tot de instelling van een „conseil de guerre", waarin als leden, bij provisie, benoemd werden: graaf Gunther van Schwarzburg, de graaf van Rennenberg, de markies van Bergen-op-Zoom (5), Antoine d'Alennes, Antoine de la Garde en ten slotte de veldmaar schalk de la Noue (6). (1) Hij ontving mede betaling voor een gevolg van edellieden en 40 of 50 lansiers. (Res. S G 16 19 Augustus 1578;' en komt °P den staat van oo/Iok voor met een vaan van 100 llnsiers en 100 pistohers. Geboren in 1531. Gevangen genomen 10 Mei 1580 bij Iseghem en eerst 28 Juni 7 uitgewisseld, onder voorwaarde niet meer in de Nederlanden te zullen dienen. Hij sneuvelde Juil 1591 bij Lamballe, in dienst van koning Hendrik van Navarre. Ter belooning van bewezen diensten, vereerden de Staten-Generaal hem met een gouden keten ter waarde van 2000 (Res. S G. 3 November 1579). (2) Res. S. G. 14 Juli 1578. (3) Res. S. G. -10 Augustus 1578. (4) Zie Aanteekening N°. 39. (5) Johan de Withem. (6) Res. S. G. 21, 2! en 27 December 1578. De graaf van Bossu overleed op 21 December 1578. Antoine d'Alennes, die naar 'svijands zijde overging, werd als nconseiller de guerre" vervangen door Pierre de Bailleul, heer van Epvre (Res. S. G. 30 December 1579;.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1911 | | pagina 65