52 In de noordelijke gewesten werd de aandacht getrokken door de handelingen van den graaf van Rennenberg, voorloopig stadhouder van Friesland, Groningen, Drenthe en Overijssel (1). Hij maakte zich meester van Kampen (19 Juli 1578) en sloeg daarna het beleg voor Deventer, welke vesting zich op 20 November .1578 overgaf (2). Om zijne oog merken te bereiken, had de graaf aanzienlijke versterkingen gekregen, o. a. 5 vendelen uit Holland. De Staten-Generaal gaven last om 3000 Walen uit Vlaanderen te zenden en 1500 ruiters in de provinciën van zijn gouvernement te lichten (3). Tot bedoeld voetvolk behoorde ook het regiment Walen van Maximiliaan d'Estournel heer van St. Remy, ider het beleid van zijn overste-luitenant Antoine de Glimes (4)/ Wegens de ongelukkige keer der zaken in het Zuiden meenden de noor delijke gewestenwier samenwerking met de zuidelijke na het sluiten van het Eeuwig Edict aanmerkelijk had geledenzich nauwer met elk ander te moeten verbinden. Voornamelijk door de ijverige bemoeiingen van graaf Johan van Nassau den Oude, broeder des Prinsen van Oranje en stadhouder van Gelderland, kwam in Januari 1579 de Unie van Utrecht tot stand, die tot 1795 de band zou vormenwelke de Republiek der Vereenigde Nederlanden omsnoerde (5). De Unie kan niet anders beschouwd worden dan als een militair verbond tot verdediging tegen Spanje. Noch bij het sluiten der Unie, noch later is de verhouding tusschen de Provinciale Staten en de Staten-Generaal geregeld: een bron van zeer uiteenloopend staatkundig beleid. Holland bleef steeds de machtigste der bondgenooten en oefende grooten invloed uit op de andere provinciën, behalve op Friesland en Groningen, die tot 1747 in zekere mate zelfstandig handelden. Langzamerhand kwam eenige vastheid, zij het nog gebrekkig, in het nieuwe bondgenootschap. Sommige leden vielen af door de overwinningen van Parma o. a. bij de verovering van Maastricht en van 's-Hertogen- bosch (6) andere traden toe. Eerst sinds 1594, bij inneming van de D. DE UNIE VAN UTRECHT. (1) Res. S. G. 30 Augustus en 8 November 1577. (2) Res. S. G. 24 November 1578. (3) Res. S. G. 18 September 1578. (4) Tot dit regiment behoorden 3 compagnieën Franschen. Alvorens in Vlaanderen te worden ingescheept, had de monster-commissaris alien moeten ontslaan »qui ne sont en gaigescomme putaines et gartjons (Res. S. G. 26 September 1578). Het regimentter sterkte van 10 compag nieën, zou betaald worden door Gelderland; doch de stadhouder graaf Johan van Nassau ver klaarde zulks onmogeiyk (Res. S. G. 18 en 27 December 1578). (5) 6 December 1578 Provisioneel traclaat van Utrecht. 23 Januari 1579 »Unie, eeuwich Verbondt ende Eendracht, tusschen de Landen, Provinciën, iSteden en de Leden van dien hier nae benoemtbinnen de stad Utrecht geslotenende gepubii- iceert van den stadhuijse den 29 January 1579" (zie G. P. B. I fol. 7). (6) Zie Aanteekening N°. 40.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1911 | | pagina 66