van Villers, Teligny en Bruce
te Sluis eene compagnie;
te Damme eene compagnie uit Ninove;
te Ostende twee compagnieën uit Ninove;
64
100.000 voor het geschutbehalve de tractementen van gouverneurs
spionnen, enz. (1). Deze sommen werden echter niet behoorlijk opge
bracht, zoodat een epidemisch geldgebrek ontstond. Een der gevolgen
daarvan was, dat de kapiteins, niettegenstaande herhaalde waarschu
wingen, hunne compagnieSn niet voltallig konden houden (2).
Bovendien had in onderscheiden oorden, vooral in Friesland, een aan
zienlijk verloop der soldaten plaats (3). Holland spande zijn uiterste
krachten in om overal voor de betalingen te zorgen (4). Noch in het
oosten, noch in het zuiden werd de oorlog gelukkig gevoerd (5).
De Res. S. G-. van 17 December 1581 bevat de door den Peins van
Oranje onderteekende regeling der garnizoens-indeeling van het leger
in de zuidelijke provinciën, dat te velde was geweest.
Daartoe behoorden de volgende korpsen:
te Gent zes compagnieën van het regiment van den heer van Thiant
waarvan reeds drie te Gent in garnizoen waren;
4 vanen cavalerie, van den prins van Espinoy, de Voisin,
Yorke en Ryhoven;
in de voorsteden, de vaan van Stewart;
te Audenaerden zes compagnieën en de vaan van den heer van
Thiant (6);
te Ninove de twaalf compagnieën van den heer de Villeneufve en
de vaan van Agra mulle
te Dendermonde de vaan van Enchuysen (7) met vier compagnieën te
voet, aldaar reeds in garnizoen;
te Middelburg en te Aardenburg de troepen van den graaf van
Rochepot
te Brugge vijf compagnieën Engelschen met de vanen van de heeren
te Dixmuyden de compagnie van den heer van Loores met drie andere
compagnieën en de vaan lansiers van Filips van den Berghe,
heer van Watervliet;
(1) Res. S. G. 27 Mei 1581. De geünieerde provinciën betaalden hiervan 400.000.
(2) Res. S. G. 3 Juni 1581.
(3) Zie Aanteekening N°. 56.
(4) N\ 57.
(5) Nu. 58.
(6) Bij de Res. H. van 3 Juli 1582 staat in niargine: »Den 5 Juli 1582 is den vijandt binnen
ïOudenaerde gekomen, bij Appointemente, dat de soldaten met harevaendelen endegeweerendede
Burgeren met haer goedt sullen mogen uijttrecken, midts gevende 30.000 guldens voor Rantzoen
(7) Deze vaan werd gecasseerd bij Res. S. G. van 11 December 1581. De naam wordt ter
plaatse gespeld »Inchusen".