66 Aan gene zijde der Maze, 3 vendelen van 150. Zeeland, 1 vendel van 200 (1), 5 van 150, op huizen 70 soldaten. Friesland (2), 3 vendelen van 200, 8 van 150, 1 van 113. Overijssel en Drenthe, «2 vendelen van 200, 4 van 150, op huizen 60 soldaten, 100 paarden. II. Veldleger, 25 vendelen van 150 hoofden, 800 paarden. Totaal: Garde, 16 vendelen van 200, 78 van 150, 3 van 113, op huizen 260 hoofden, 1385 paarden, benevens tot het veldleger 200 pioniers, 25 lemoenpaardenenz. (3). Het yeldleger, of, zooals het op den staat ook genoemd wordt, het „kleijn vliegent leger" was dus berekend op eene sterkte van 25 vendelen van 150 of 3750 man, 800 paarden en wat er voorts bij behoorde (4). Het werd onder de bevelen gesteld van graaf Willem Lodewijk van Nassau met jhr. Willem van Dokp als zijn luitenant (5) bestemd om vereenigd te worden met het hoofdleger van den hertog van Anjou (6). Dit laatste kwam in December 1582 in Vlaanderen aan. De door den hertog genomen belangrijke maatregel tot invoering van de nieuwe tijdrekening (stilo novo) werd terstond in Brabant, Vlaan deren, Artois, Henegouwen,»Holland en Zeeland opgevolgd: de andere noordelijke gewesten bleven den ouden stijl (stilo antiquo) tot in het begin der 18de eeuw voeren (7). (1) ,Van kolonel Haultain. (2) Voor totaal op Friesland is op den staat abusievelijk opgegeven 4 vendelen van 200, 7 van 150 en 1 van 113. (3) Voor de garnizoenen is op Utrecht alleen een post uitgetrokken voor Wijk bij Duurstede en Abcoude. De geheele begrooting, per maand van 6 weken, beloopt 164025, waarin de quota bedragen: Gelderland 20000, Friesland 20000, Holland 83000, Zeeland 17000, Utrecht 10000, Overijssel 7000. (4) Res. H. 26 April 4582Order op de betaling van het veldleger aan deze zijde van de Maze. Res. H. 22 Mei 1582. Plakkaat van den toevoer van levensmiddelen enz. naar het veldleger, ge geven door den hertog van Anjou dd. 3 Mei. De Res. H. 29 Juni 1582 vermeldt de levering van haver, meel en kaas. Omgekeerd werd alle toevoer naar den vijand verboden (Res. H. 22 Mei en 1 Juni 1582). Voorts werden maatregelen genomen om strooptochten des vijands binnen Holland te voorkomen o. a. door het opwerpen van schansen en het in dienst stellen van pioniers (Res H. 23 Augustus 1582j strooptochten worden hierin beschreven als irijdende oorloge". Juliaen Domsle werd kapitein van de pioniers (Commissieboek Landrand O. Z. Maze, 23 Maart 1582). (5) Res. p. 4 Mei, Res. en Comm. Landraad O. Z. Maze 20 Juli en 15 Augustus; Comm. Landr. 8 Augustus 1582. (6Zie Aanteekening N°. §0. (7j Res. S. G. 15 December 1582. Den 15en December werd door de Staten-Generaal veranderd in 25 December (correctio anni 1582). De zuidelijke gewesten volgden terstond dit voorbeeld. De Staten van Holland bepaalden, dat op 1 Januari 1583 den 12en Januari zou volgen. In dit overzicht zyn de data vóór 1 Januari 1583 gesteld in den ouden stijl en vervolgens in den nieuwen. Het plakkaat van den hertog van Anjou is opgenomen in G. P. B. Deel I, bladz. 395.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1911 | | pagina 80